Advies - onderhandel over een lagere prijs voor daratumumab, carfilzomab en isatuximab voor de behandeling van bepaalde patiënten met multipel myeloom

Zorginstituut Nederland adviseert de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) om met de fabrikanten van daratumumab, carfilzomab en isatuximab te onderhandelen over een lagere prijs. Deze middelen worden al vergoed uit het basispakket van de zorgverzekering. Het zijn medicijnen die worden gebruikt voor bepaalde patiënten met multipel myeloom. Dat is een kanker in het beenmerg. De aanleiding voor dit advies was een pilot om meerdere medicijnen voor multipel myeloom tegelijk te kunnen beoordelen. Dit is gedaan met behulp van een ziektemodel ontwikkeld door de Erasmus Universiteit. Deze pilot startte in 2022 en loopt af met het uitbrengen van dit advies.

Bijlage apart op te vragen

Vanwege academische publicatiedoeleinden zit het ziektekostenmodel van de Erasmus School of Health Policy & Management (ESHPM) niet in de pdf. Het komt later op deze site beschikbaar. Geïnteresseerden kunnen het model wel opvragen door een mail te sturen naar warcg@zinl.nl.

Stand van zaken: advies gestuurd naar de minister

Het Zorginstituut heeft dit advies naar de minister van VWS gestuurd. Met het uitbrengen van dit advies loopt de pilotperiode af. Dat betekent dat vanaf 27 januari 2025 voor alle MM-middelen de reguliere beoordelingsprocedure weer van toepassing is. De minister neemt de uiteindelijke beslissing om wel of niet te onderhandelen over een lagere prijs voor daratumumab, carfilzomab en isatuximab.

Advies Zorginstituut

Het ziektemodel laat zien dat MM-patiënten die niet in aanmerking komen voor stamceltransplantatie langer leven dankzij gebruik van nieuwe medicijnen. Maar het model laat ook zien dat bij de meeste behandelmogelijkheden de uitgaven van de MM-middelen niet in  goede verhouding staan tot de behaalde gezondheidswinst patiënten.

Aanleiding voor advies

In 2022 startte het Zorginstituut een pilot om een indicatiebrede aanpak voor de beoordeling van geneesmiddelen voor multipel myeloom uit te werken. Hierbij hebben we een taakgroep (behandelaren, patiënten, zorgverzekeraars) en klankbordgroep (registratiehouders) betrokken. Ten tijde van de pilot was er een tijdelijke route voor het beoordelen van nieuwe MM-medicijnen.

De pilot was het vervolg op 2 adviezen van het Zorginstituut over combinaties van geneesmiddelen voor multipel myeloom. Op 11 februari 2021 bracht het Zorginstituut een advies uit aan de minister van VWS over 6 behandelcombinaties van geneesmiddelen voor patiënten met MM. Dit advies ging over combinaties van de (sluis)geneesmiddelen lenalidomide, daratumumab, carfilzomib en pomalidomide:

Op 25 mei 2021 brachten we een vervolgadvies uit over het sluismiddel isatuximab (Sarclisa), dat ook wordt gebruikt bij MM:

Het Zorginstituut vond dat de effectiviteit van deze geneesmiddelen voldoende was aangetoond. Maar omdat de behandelmogelijkheden voor de ziekte MM zo snel veranderen, adviseerde het Zorginstituut de minister een pilot te starten voor een nieuwe beoordelingsaanpak voor MM-medicijnen. De minister heeft dat advies overgenomen. Ook adviseerden we om de beoordeelde MM-medicijnen in de pilotperiode alleen onder voorwaarden en na scherpe prijsonderhandeling op te nemen in het basispakket.

Meer informatie of vragen?

Hebt u vragen over dit advies? Mail uw vraag dan naar het Zorginstituut via warcg@zinl.nl. Hebt u vragen over de vergoeding van een medicijn, het eigen risico of wilt u weten of u een eigen bijdrage moet betalen? Kijk daarvoor op onze informatiepagina over eigen risico en eigen bijdrage. Of vraag het uw zorgverzekeraar.

Hoe is het advies ontstaan?

De Wetenschappelijke Adviesraad (WAR) en de Adviescommissie Pakket (ACP) adviseren het Zorginstituut bij het uitbrengen van een pakketadvies. De uiteindelijke beslissing over wel of geen vergoeding uit het basispakket ligt bij de minister.

Bekijk het filmpje voor meer uitleg over hoe wij de beoordeling van geneesmiddelen aanpakken.

[Zorginstituut Nederland]

Iedereen in Nederland betaalt mee aan de gezondheidszorg. Zorginstituut Nederland waakt erover dat die zorg goed én betaalbaar blijft.

Komt er bijvoorbeeld een nieuw medicijn op de markt, dan beoordelen wij of het vergoed moet worden uit het basispakket. We geven daarover advies aan de minister voor Medische Zorg.

Die beoordeling gaat zo:
Als een medicijn is goedgekeurd kan de fabrikant een aanvraag bij ons doen voor toelating tot het basispakket. Zodra we alle informatie en wetenschappelijke onderzoeken hebben ontvangen, gaan we aan de slag.
We beantwoorden vragen als:

  • Hoe ernstig is de ziekte?
  • Hoe goed werkt het medicijn?
  • Bij welke groep patiënten?
  • En, wat kost het ten opzichte van wat het oplevert voor de patiënt?

Als er al een medicijn voor de ziekte is, dan vergelijken we ze met elkaar.

Soms blijkt tijdens de beoordeling dat er onzekerheid is over hoe lang de ziekte wegblijft. Of dat het niet bij alle patiënten lijkt te werken. We adviseren dan over wie het medicijn moet krijgen.
Soms is het medicijn heel duur. Vergoeding hiervan kan dan ten koste gaan van zorg voor andere patiënten. We adviseren dan om over de prijs te onderhandelen.

Bij de beoordeling betrekken we patiëntenorganisaties, dokters en zorgverzekeraars. En we krijgen advies van twee onafhankelijke commissies:
de Wetenschappelijke Adviesraad en de Adviescommissie Pakket.

We wegen alle feiten en onzekerheden tegen elkaar af in ons advies. De minister besluit uiteindelijk of het medicijn vergoed wordt uit het basispakket.

Zo besteden we het geld voor de zorg, waar iedereen aan meebetaalt, aan goede medicijnen die het geld waard zijn.

[Van goede zorg verzekerd]
[Niet meer dan nodig, niet minder dan noodzakelijk]

[www.zorginstituutnederland.nl]