Wetenschappelijke Adviesraad (WAR)
De Wetenschappelijke Adviesraad (WAR) is een onafhankelijke commissie. Deze commissie adviseert de Raad van Bestuur van Zorginstituut Nederland over pakketbeheer en kwaliteit. Hiervoor toetst de WAR het wetenschappelijke bewijs over de kwaliteit van geneesmiddelen en behandelingen. Oftewel: hoe goed bepaalde zorg werkt. De commissie bestaat uit aparte werkcommissies, elk met een eigen aandachtsgebied. In de WAR zitten verschillende deskundigen, waaronder zorgprofessionals, wetenschappers, onderzoekers en beleidsadviseurs in de zorg.
Korte uitleg over de WAR
Wat doet de WAR, welke afwegingen maakt de commissie en wie zitten er in deze commissie? In deze video legt voorzitter Manuele Joore het uit.
Adviezen van de WAR
De WAR geeft adviezen aan het Zorginstituut tijdens zijn beoordelingen van geneesmiddelen en behandelingen. De WAR toetst of de conclusies van het Zorginstituut voldoende wetenschappelijk onderbouwd zijn. Hierbij bekijkt de WAR de volgende vragen:
- Werkt het geneesmiddel of de behandeling beter, even goed of minder goed dan de standaardbehandeling? En voor welke patiënten?
- Is de prijs van een geneesmiddel in goede balans met het positieve effect op de gezondheid van patiënten?
- Hoeveel patiënten komen naar verwachting in aanmerking?
- Wat zijn de totale kosten voor de samenleving?
Met deze informatie geeft de WAR advies over het volgende:
- of de beoordeling van het Zorginstituut klopt
- of het wetenschappelijk onderzoek van voldoende kwaliteit is
- of de conclusies van het Zorginstituut goed onderbouwd kunnen worden.
Adviezen van commissies aan het Zorginstituut
Het Zorginstituut beoordeelt of zorg kan worden vergoed uit het basispakket van de zorgverzekering. Daarbij ontvangt het adviezen van 2 onafhankelijke commissies: de WAR en de Adviescommissie Pakket (ACP). De WAR adviseert over de wetenschappelijke onderbouwing van een beoordeling. De WAR kijkt daarbij naar hoe goed bepaalde zorg werkt, voor welke patiënten het werkt en of de beoordeling van de kosteneffectiviteit van voldoende kwaliteit is. De ACP is er voor de maatschappelijke afweging: zij adviseert vanuit het maatschappelijke perspectief of een behandeling opgenomen zou moeten worden in Het basispakket. Het basispakket moet namelijk maximale gezondheidswinst opleveren voor de hele samenleving. De ACP bekijkt onder andere of de kosten van de behandeling opwegen tegen de gezondheidswinst. Hierbij weegt ze de belangen mee van de patiënten die in aanmerking komen voor vergoeding van een bepaalde behandeling, maar ook die van patiënten met andere aandoeningen én de belangen van alle premiebetalers. De ACP adviseert niet over alle vraagstukken, maar vooral wanneer er sprake is van een grote maatschappelijk impact. De uiteindelijke beslissing over wel of geen vergoeding uit het basispakket ligt bij de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).