Advies - wel of niet vergoeden van talazoparib (Talzenna®) met enzalutamide voor de behandeling van uitgezaaide prostaatkanker
Zorginstituut Nederland beoordeelt of talazoparib (Talzenna®) in combinatie met enzalutamide vergoed kan worden. Dit medicijn kan worden gebruikt voor bepaalde patiënten met uitgezaaide prostaatkanker. Talazoparib is een sluisgeneesmiddel. Vanwege de te verwachten hoge kosten heeft de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) het medicijn voor gebruik bij genoemde patiënten in de ‘sluis voor dure geneesmiddelen’ geplaatst.
Talazoparib met enzalutamide is bedoeld voor bepaalde patiënten met uitgezaaide prostaatkanker
Talazoparib is de werkzame stof. De merknaam is Talzenna®. Het medicijn is een capsule die je inneemt. Talazoparib moet worden gebruikt in combinatie met enzalutamide.
De combinatie van talazoparib en enzalutamide kan worden gebruikt bij de behandeling van volwassen patiënten met uitgezaaide prostaatkanker die niet meer reageren op de gebruikelijke hormoonbehandeling. Het gaat om patiënten met uitgezaaide prostaatkanker met specifieke genetische mutaties (mutaties in HRR genen).
Prostaatkanker ontstaat als cellen in de prostaat zich ongeremd gaan delen. Bij uitgezaaide prostaatkanker zit de kanker niet alleen in de prostaat, maar ook in andere delen van het lichaam. Bijvoorbeeld in de lymfeklieren, botten of onderbuik. Als de prostaatkanker gevoelig is voor het hormoon testosteron, spreken we van hormoongevoelige prostaatkanker. Maar na een paar jaar is de prostaatkanker vaak niet meer gevoelig voor testosteron. Dan blijft de prostaatkanker groeien, ondanks dat de patiënt antihormoontherapie krijgt. Dit noemen we castratieresistente prostaatkanker.
Meer informatie voor patiënten (kanker.nl)
Meer informatie voor professionals (Farmacotherapeutisch Kompas)
De volledige indicatie voor vergoeding en gebruik is te lezen in het uitklapmenu.
Uitleg over sluisgeneesmiddelen
De minister heeft talazoparib met enzalutamide voor inzet bij bepaalde patiënten met uitgezaaide prostaatkanker in de 'sluis voor dure geneesmiddelen' geplaatst. Geneesmiddelen die in het ziekenhuis worden gebruikt, noemen we intramurale geneesmiddelen. Nieuwe intramurale geneesmiddelen worden meestal zonder bijzondere afspraken over de prijs of het gebruik toegelaten tot het basispakket van de zorgverzekering. Als nieuwe middelen veel kosten, dan kan de minister van VWS besluiten om deze tijdelijk uit het basispakket te houden en in de ‘sluis voor dure geneesmiddelen’ plaatsen. Dit betekent dat het middel pas voor vergoeding uit het basispakket in aanmerking komt, als:
- het Zorginstituut een positief pakketadvies heeft uitgebracht;
- er afspraken zijn gemaakt voor gepast gebruik;
- de minister een prijsonderhandeling heeft uitgevoerd.
Kijk voor meer uitleg op de pagina ‘Sluis voor dure geneesmiddelen’.
Hoe ontstaat het advies?
De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) vraagt het Zorginstituut een beoordeling te doen. De Wetenschappelijke Adviesraad (WAR) en de Adviescommissie Pakket adviseren het Zorginstituut bij de beoordeling. De minister neemt de uiteindelijke beslissing om het medicijn wel of niet te vergoeden uit het basispakket van de zorgverzekering.
Bekijk het filmpje voor meer uitleg over hoe wij de beoordeling van geneesmiddelen aanpakken.
Iedereen in Nederland betaalt mee aan de gezondheidszorg. Zorginstituut Nederland waakt erover dat die zorg goed én betaalbaar blijft.
Komt er bijvoorbeeld een nieuw medicijn op de markt, dan beoordelen wij of het vergoed moet worden uit het basispakket. We geven daarover advies aan de minister voor Medische Zorg.
Die beoordeling gaat zo:
Als een medicijn is goedgekeurd kan de fabrikant een aanvraag bij ons doen voor toelating tot het basispakket. Zodra we alle informatie en wetenschappelijke onderzoeken hebben ontvangen, gaan we aan de slag.
We beantwoorden vragen als:
- Hoe ernstig is de ziekte?
- Hoe goed werkt het medicijn?
- Bij welke groep patiënten?
- En, wat kost het ten opzichte van wat het oplevert voor de patiënt?
Als er al een medicijn voor de ziekte is, dan vergelijken we ze met elkaar.
Soms blijkt tijdens de beoordeling dat er onzekerheid is over hoe lang de ziekte wegblijft. Of dat het niet bij alle patiënten lijkt te werken. We adviseren dan over wie het medicijn moet krijgen.
Soms is het medicijn heel duur. Vergoeding hiervan kan dan ten koste gaan van zorg voor andere patiënten. We adviseren dan om over de prijs te onderhandelen.
Bij de beoordeling betrekken we patiëntenorganisaties, dokters en zorgverzekeraars. En we krijgen advies van twee onafhankelijke commissies:
de Wetenschappelijke Adviesraad en de Adviescommissie Pakket.
We wegen alle feiten en onzekerheden tegen elkaar af in ons advies. De minister besluit uiteindelijk of het medicijn vergoed wordt uit het basispakket.
Zo besteden we het geld voor de zorg, waar iedereen aan meebetaalt, aan goede medicijnen die het geld waard zijn.
Meer informatie of vragen?
Hebt u vragen over dit advies? Mail uw vraag dan naar het Zorginstituut via warcg@zinl.nl.
Planning
Stap in het proces | Datum |
---|---|
Start dossier | september 2024 |
Eerste bespreking in de Wetenschappelijke Adviesraad (WAR) | 11 november 2024 |
Start technische consultatie | 12-15 november 2024 |
Tweede bespreking in de WAR | 9 december 2024 |
Bespreking in de Adviescommissie Pakket (ACP) | nog niet bekend |
Publicatie advies | nog niet bekend |
Betrokken partijen
- Pfizer Nederland
- Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties (NFK)
- Nederlandse Vereniging Medische Oncologie (NVMO)
- Nederlandse Vereniging voor Urologie (NVU)
- Patiëntenvereniging Prostaatkankerstichting
- Zorgverzekeraars Nederland (ZN)