Advies - wel of niet vergoeden alectinib (Alecensa®) als aanvullende behandeling voor niet-kleincellige longkanker
Zorginstituut Nederland beoordeelt of alectinib (Alecensa®) vergoed kan worden. Dit medicijn kan worden gebruikt voor patiënten met een bepaalde vorm van niet-kleincellige longkanker. Alectinib is een sluisgeneesmiddel. Vanwege de te verwachten hoge kosten heeft de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) het medicijn voor gebruik bij genoemde patiënten in de ‘sluis voor dure geneesmiddelen’ geplaatst.
Alectinib is bedoeld voor mensen met een bepaalde vorm van niet-kleincellige longkanker
Alectinib is de werkzame stof. De merknaam is Alecensa® Het medicijn is een capsule die je inneemt.
Het medicijn kan worden gebruikt als aanvullende behandeling voor mensen met niet-kleincellige longkanker en een hoog risico dat de ziekte terugkomt na een operatie. Het gaat om patiënten met niet-kleincellige longkanker met specifieke genetische afwijkingen (gen-fusie met het ALK-gen).
Bij longkanker zit er een kwaadaardig gezwel in de longen. Globaal is longkanker onder te verdelen in 2 vormen: kleincellig en niet-kleincellig. NSCLC is niet-kleincellige longkanker. Bij NSCLC groeien de cellen meestal langzaam. De tumor kan al jaren in het lichaam zitten voordat de diagnose wordt gesteld. In de helft van de gevallen is deze longkanker als die wordt ontdekt uitgezaaid via de lymfevaten of via het bloed.
Meer informatie voor patiënten (kanker.nl)
Meer informatie voor professionals (Farmacotherapeutisch Kompas)
De volledige indicatie voor vergoeding en gebruik is te lezen in het uitklapmenu.
Uitleg over sluisgeneesmiddelen
De minister heeft alectinib voor inzet bij bepaalde patiënten met een bepaalde vorm van niet-kleincellige longkanker in de 'sluis voor dure geneesmiddelen' geplaatst. Geneesmiddelen die in het ziekenhuis worden gebruikt, noemen we intramurale geneesmiddelen. Nieuwe intramurale geneesmiddelen worden meestal zonder bijzondere afspraken over de prijs of het gebruik toegelaten tot het basispakket van de zorgverzekering. Als nieuwe middelen veel kosten, dan kan de minister van VWS besluiten om deze tijdelijk uit het basispakket te houden en in de ‘sluis voor dure geneesmiddelen’ plaatsen. Dit betekent dat het middel pas voor vergoeding uit het basispakket in aanmerking komt, als:
- het Zorginstituut een positief pakketadvies heeft uitgebracht;
- er afspraken zijn gemaakt voor gepast gebruik;
- de minister een prijsonderhandeling heeft uitgevoerd.
Kijk voor meer uitleg op de pagina ‘Sluis voor dure geneesmiddelen’.
Hoe ontstaat het advies?
De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) vraagt het Zorginstituut een beoordeling te doen. De Wetenschappelijke Adviesraad (WAR) en de Adviescommissie Pakket adviseren het Zorginstituut bij de beoordeling. De minister neemt de uiteindelijke beslissing om het medicijn wel of niet te vergoeden uit het basispakket van de zorgverzekering.
Bekijk het filmpje voor meer uitleg over hoe wij de beoordeling van geneesmiddelen aanpakken.
Iedereen in Nederland betaalt mee aan de gezondheidszorg. Zorginstituut Nederland waakt erover dat die zorg goed én betaalbaar blijft.
Komt er bijvoorbeeld een nieuw medicijn op de markt, dan beoordelen wij of het vergoed moet worden uit het basispakket. We geven daarover advies aan de minister voor Medische Zorg.
Die beoordeling gaat zo:
Als een medicijn is goedgekeurd kan de fabrikant een aanvraag bij ons doen voor toelating tot het basispakket. Zodra we alle informatie en wetenschappelijke onderzoeken hebben ontvangen, gaan we aan de slag.
We beantwoorden vragen als:
- Hoe ernstig is de ziekte?
- Hoe goed werkt het medicijn?
- Bij welke groep patiënten?
- En, wat kost het ten opzichte van wat het oplevert voor de patiënt?
Als er al een medicijn voor de ziekte is, dan vergelijken we ze met elkaar.
Soms blijkt tijdens de beoordeling dat er onzekerheid is over hoe lang de ziekte wegblijft. Of dat het niet bij alle patiënten lijkt te werken. We adviseren dan over wie het medicijn moet krijgen.
Soms is het medicijn heel duur. Vergoeding hiervan kan dan ten koste gaan van zorg voor andere patiënten. We adviseren dan om over de prijs te onderhandelen.
Bij de beoordeling betrekken we patiëntenorganisaties, dokters en zorgverzekeraars. En we krijgen advies van twee onafhankelijke commissies:
de Wetenschappelijke Adviesraad en de Adviescommissie Pakket.
We wegen alle feiten en onzekerheden tegen elkaar af in ons advies. De minister besluit uiteindelijk of het medicijn vergoed wordt uit het basispakket.
Zo besteden we het geld voor de zorg, waar iedereen aan meebetaalt, aan goede medicijnen die het geld waard zijn.
Meer informatie of vragen?
Hebt u vragen over dit advies? Mail uw vraag dan naar het Zorginstituut via warcg@zinl.nl.
Planning
Stap in het proces | Datum |
---|---|
Aanlevering dossier compleet | november 2024 |
Start dossier | november 2024 |
Eerste bespreking in de Wetenschappelijke Adviesraad (WAR) | 20 januari 2025 |
Start technische consultatie | 21 - 24 januari 2025 |
Tweede bespreking in de WAR | 24 februari 2025 |
Bespreking in de Adviescommissie Pakket (ACP) | nog niet bekend |
Publicatie advies | nog niet bekend |
Betrokken partijen
- Roche Nederland B.V.
- Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties (NFK)
- Nederlandse Vereniging Medische Oncologie (NVMO)
- Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose (NVALT)
- Patiëntenvereniging Longkanker Nederland
- Zorgverzekeraars Nederland (ZN)