Standpunt - wel of niet vergoeden neuscorrectie bij chronische luchtwegblokkade

Zorginstituut Nederland beoordeelt of een operatieve neuscorrectie (functionele rinoplastiek) effectieve zorg is voor patiënten met een chronische luchtwegblokkade in de neus doordat de neusklep niet goed werkt (neusklepinsufficiëntie). Alleen als zorg écht werkt, kan die vergoed worden uit het basispakket van de zorgverzekering. Dat onderzoeken we in dit standpunt voor deze patiëntengroep.

Uitleg over operatieve neuscorrectie bij patiënten met een chronische luchtwegblokkade bij wie is aangetoond dat de neusklep niet goed werkt

Een nasale luchtwegobstructie is een blokkade in de neus die de luchtstroom belemmert. Die blokkade kan worden veroorzaakt door bijvoorbeeld een infectie, allergie, ernstige aangeboren afwijkingen of een ernstig trauma. Of door een niet goed werkende neusklep. Dit laatste heet neusklepinsufficiëntie. Hierover gaat dit standpunt.

De kleppen in de neus kunnen minder goed werken. Of ze kunnen in contact komen met het neustussenschot. Daardoor blokkeert de luchtstroom gedeeltelijk. Een operatieve neuscorrectie (rinoplastiek) kan dit mogelijk verminderen. De chirurg zal de neusklep dan verruimen en verstevigen. Het gaat in dit standpunt over functionele rinoplastiek. Dit betekent dat het doel van de operatie is om de luchtstroom te verbeteren. En niet om het uiterlijk van de neus te veranderen (dan heet het cosmetische rinoplastiek).

Onderzoeksvraag en manier van onderzoek

Uitgangspunt bij dit standpunt is de vraag: is functionele rinoplastiek een effectieve behandeling voor patiënten met een chronische nasale luchtwegobstructie door een aangetoonde neusklepinsufficiëntie?

Om deze vraag te beantwoorden doet het Zorginstituut een uitgebreid literatuuronderzoek volgens een vastgestelde methode. We selecteren hiervoor wetenschappelijke publicaties en onderzoeksrapporten van experts in het vakgebied.

Gevolgde procedure

Alleen zorg die écht werkt, mag deel uitmaken van het basispakket van de zorgverzekering. Dit is vastgelegd met de juridische term 'stand van de wetenschap en praktijk'. Vaak is goed duidelijk of zorg uit het basispakket kan worden vergoed, maar niet altijd. In zulke gevallen kan het Zorginstituut zelf beoordelen of die zorg in aanmerking komt voor vergoeding. Zo'n beoordeling noemen we een duiding. De uitkomst van een duiding heet een standpunt.

Een standpunt van het Zorginstituut is wettelijk bepalend. Dit betekent dat de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) hier verder niet meer over beslist. Patiënten, zorgverleners en zorgverzekeraars hebben inspraak tijdens het opstellen van een standpunt. En bij standpunten krijgt het Zorginstituut advies van de Wetenschappelijke Adviesraad (WAR). Hierin zitten onafhankelijke wetenschappers, artsen, apothekers, methodologen en gezondheidseconomen. Het Zorginstituut weegt al die reacties zorgvuldig mee en stelt het uiteindelijke standpunt vast.

Lees meer informatie over de procedure bij een standpunt op de pagina 'Verduidelijking van het basispakket - standpunten'.

Meer informatie of vragen?

Hebt u vragen over dit standpunt? Dan kunt u deze per e-mail stellen aan Marleen Hermens via MHermens@zinl.nl.

Planning

Planning tot aan publicatie standpunt
Stap in het proces Datum
Start dossier

augustus 2024

Eerste bespreking in de Wetenschappelijke Adviesraad (WAR) 10 februari 2025
Start externe consultatie conceptstandpunt eind februari of begin maart 2025
Besluit Raad van Bestuur

mei 2025

Publicatie standpunt uiterlijk 1 juni 2025

Betrokken partijen

  • Apneuvereniging
  • Nederlandse Vereniging voor Keel-Neus-Oorheelkunde en Heelkunde van het Hoofd-Halsgebied (NVKNO)
  • Werkgroep plastische chirurgie van de Vereniging artsen Volksgezondheid (VAV)
  • Zorgverzekeraars Nederland (ZN)