Advies clustering van combinatiepreparaten en spookclusters in het GVS (deel 1)

De minister voor Medische Zorg heeft aan Zorginstituut Nederland gevraagd om adviezen over het clusteren van bepaalde (groepen van) onderling vervangbare geneesmiddelen in het Geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). Het gaat om combinatiepreparaten (geneesmiddelen met meer dan 1 werkzame stof in een vaste combinatie) en de zogenaamde spookclusters (clusters in het GVS die slechts 1 product bevatten). Omdat de vraag van de minister over een groot aantal geneesmiddelen gaat, is het niet haalbaar om in 1 rapport alle geneesmiddelen te bespreken. Daarom adviseert het Zorginstituut de minister in delen.

In dit rapport

In dit rapport geeft het Zorginstituut een algemene aanpak voor het systematisch onderbrengen van de combinatiepreparaten in clusters.

Spookclusters zijn clusters op bijlage 1A waarin slechts 1 product is overgebleven. Ieder spookcluster heeft zijn eigen context: de redenen voor het ontstaan van spookclusters zijn divers. Daarom moet per situatie beoordeeld worden hoe een spookmiddel na opheffen van het spookcluster in het GVS moet worden geplaatst. In dit advies bespreekt het Zorginstituut alvast een aantal middelen in de categorie spookclusters. 

Geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS)

Een extramuraal geneesmiddel (geneesmiddel op recept van een arts verkrijgbaar bij de apotheek) wordt alleen vergoed als het is opgenomen in het GVS. De hoogte van de vergoeding hangt af van de lijst waarop deze middelen worden geplaatst. Onderling vervangbare geneesmiddelen worden in 1 cluster geplaatst op bijlage 1A. Hierbij kan een vergoedingslimiet gelden. Elk cluster bevat tenminste 1 betalingsvrij geneesmiddel. Unieke geneesmiddelen komen op bijlage 1B. De geneesmiddelen op deze lijst hebben geen vergoedingslimiet.

Aanleiding voor het verzoek van de minister om een advies over combinatiepreparaten en spookclusters is het voorgenomen besluit om het GVS te moderniseren. Dit verzoek is een voorbereiding op dit besluit.

Combinatiepreparaten

Combinatiepreparaten (geneesmiddelen met meer dan 1 werkzame stof in een vaste combinatie) werden tot nu toe vaak in een Y-cluster of op bijlage 1B van het GVS geplaatst. De vergoedingslimieten van de combinatiepreparaten werden tot nu toe anders berekend dan de vergoedingslimieten van de monopreparaten.

Met de modernisering van het GVS wil het ministerie van VWS de gebruikelijke rekensystematiek voor geneesmiddelen in het GVS ook toepassen op combinatiepreparaten. Het uitgangspunt hierbij is dat er na herberekening van de vergoedingslimieten ook bij de combinatiepreparaten tenminste 1 bijbetalingsvrij middel beschikbaar komt.

Om de reguliere rekensystematiek te kunnen gebruiken voor combinatiepreparaten, moeten deze middelen eerst daadwerkelijk in 1 cluster geplaatst worden. De minister voor Medische Zorg verzocht het Zorginstituut daarom te adviseren welke combinatiepreparaten in het GVS met elkaar geclusterd kunnen worden en welke niet. De minister heeft gevraagd daarbij aandacht te besteden aan de geneesmiddelen tegen hiv en hepatitis C, die een uitzonderingspositie hebben in het GVS.

Spookclusters

Spookclusters zijn clusters op bijlage 1A waarin slechts 1 product zit, soms met een bijbetaling. VWS overweegt om spookclusters in het GVS op te heffen door de middelen zo mogelijk te clusteren. Dat kan als ze onderling vervangbaar zijn met andere middelen. De minister heeft het Zorginstituut gevraagd te adviseren over de onderlinge vervangbaarheid van producten die op dit moment in een spookcluster zitten.

Vervolg

In de loop van 2021 stelt het Zorginstituut een planning op voor de beoordelingen van de resterende (groepen van) geneesmiddelen.