ACP-advies over venetoclax (Venclyxto®) in combinatie met obinutuzumab bij de behandeling van niet eerder behandelde chronische lymfatische leukemie (CLL)
De commissie heeft in haar vergadering van 23 oktober 2020 gesproken over de vraag of venetoclax in combinatie met obinutuzumab voor de behandeling van niet eerder behandelde chronische lymfatische leukemie (CLL) opgenomen moet worden in de basisverzekering. De beroepsgroep van hematologen heeft gebruikgemaakt van de mogelijkheid om mondeling in te spreken.
Bijgaand document bevat een weergave van de discussie tijdens de vergadering en het advies van de ACP aan de Raad van Bestuur van het Zorginstituut.
Advies ACP aan het Zorginstituut
De commissie is van mening dat het om een effectief geneesmiddel gaat voor de 2 patiëntengroepen waarvoor het Zorginstituut een therapeutische meerwaarde heeft vastgesteld. Wel is nog onduidelijk of de ‘progressie vrije overleving’ daadwerkelijk leidt tot een langere levensduur.
Omdat onbekend is wat de kosteneffectiviteit is van de huidige standaardbehandeling kan enkel gesteld worden dat de nieuwe behandeling ten opzichte van de huidige standaard kosteneffectief is, maar niet of de zorg kosteneffectief is zonder die standaard. Wel is aannemelijk dat de nieuwe behandeling zorgt voor een daling van de kosten ten opzichte van de huidige standaardbehandeling.
Op basis van deze overwegingen adviseert de commissie het middel toe te laten tot de basisverzekering en om over de prijs te onderhandelen. Daarbij zijn 2 punten van belang:
- Er loopt al een prijsonderhandelingstraject over het middel ibrutinib, dat deels een alternatief is voor venetoclax in combinatie met obinutuzumab. De commissie adviseert de komst van deze nieuwe behandelcombinatie mee te nemen in de prijsonderhandelingen over ibrutinib.
- Venetoclax wordt al voor meerdere indicaties vergoed. Dat betekent dat de fabrikant al deels is gecompenseerd voor de inspanningen die hij heeft geleverd om het middel op de markt te brengen. Dit rechtvaardigt het argument dat een lagere prijs kan worden betaald.
Tot slot merkt de commissie op dat er al veel middelen voor deze indicatie op de agenda hebben gestaan of nog komen te staan. De commissie heeft daarom de wens geuit om deze middelen (ook) in samenhang te beoordelen. De ACP adviseert het Zorginstituut deze mogelijkheid te onderzoeken en hierbij gebruik te maken van het aanbod van de beroepsgroep.