ACP-advies over Transcatheter Aortaklepimplantatie (TAVI) bij patiënten met symptomatische ernstige aortaklepstenose in combinatie met een hoog operatierisico
De commissie heeft in haar vergadering van 28 augustus 2020 gesproken over de vraag of Transcatheter Aortaklepimplantatie (TAVI) bij patiënten met symptomatische ernstige aortaklepstenose in combinatie met een hoog operatierisico tot de basisverzekering zou moeten behoren. Het is de eerste keer dat er een medisch specialistische behandeling (met gebruik van een medisch hulpmiddel) besproken wordt in de commissie. Tijdens de vergadering is ingesproken door een patiënt (namens het patiëntennetwerk Streetdoctor), een cardioloog (namens zowel de Nederlandse Vereniging van Cardiologen als de Nederlandse Vereniging van Thoraxchirurgen) en de koepelorganisatie van fabrikanten van medische hulpmiddelen Nefemed, die ook namens de FME sprak.
Bijgaand document bevat een weergave van de discussie tijdens de vergadering en het advies van de ACP aan de Raad van Bestuur van het Zorginstituut.
Advies ACP aan het Zorginstituut
Het vertrekpunt van de commissie is dat TAVI bij patiënten met symptomatische ernstige aortaklepstenose in combinatie met een hoog operatierisico voldoet aan de stand van de wetenschap en praktijk, en dus effectief is. Het is een belangrijke innovatie, die voor patiënten die inoperabel zijn al uit de basisverzekering wordt vergoed. De commissie steunt de voorzichtige en zorgvuldige aanpak van het Zorginstituut wat betreft de uitbreiding naar andere subgroepen, vanwege het ontbreken van langetermijngegevens. Ook spreekt de commissie zich positief uit over de constructieve houding van de beroepsgroep bij het maken van de gepast gebruik afspraken en de bereidheid om gegevens te gaan verzamelen en evalueren.
Omdat kosteneffectiviteitsbepaling binnen deze sector nog niet vanzelfsprekend is en het een innovatieve interventie betreft, is de commissie milder dan bijvoorbeeld in het geval van dure geneesmiddelen. De commissie steunt het voorstel van het Zorginstituut om met partijen te kijken hoe de kosteneffectiviteit verbeterd kan worden.