Advies - Langdurige persoonsgerichte actieve oefentherapie bij ernstige reumatoïde artritis kan worden vergoed uit basispakket

Aanleiding: voorwaardelijke toelating loopt af

Sinds 1 oktober 2019 wordt langdurige actieve oefentherapie voorwaardelijk vergoed voor patiënten met RA met ernstige functionele beperkingen. Deze periode loopt af op 1 januari 2025. Daarom beoordeelt het Zorginstituut of deze zorg nu definitief in het basispakket opgenomen kan worden. We concluderen dat dit kan, maar daarvoor is wel een wetswijziging nodig. We adviseren de minister over het vergoeden vanaf de eerste sessie en over het aantal sessies.

Samenvatting van het advies

Langdurige persoonsgerichte oefentherapie onder leiding van een speciaal daarvoor getrainde behandelaar is bewezen effectieve zorg, is de conclusie van het Zorginstituut. Persoonsgerichte zorg betekent dat persoonlijke behandeldoelen voor de patiënt worden opgesteld. Het is zorg die vergoed kan worden uit het basispakket van de zorgverzekering. De vergoeding kan gelden vanaf de eerste behandeling en zonder maximum aan het aantal nodige behandelingen. Het gaat om langdurige, actieve oefentherapie door speciaal getrainde behandelaren. En het advies geldt voor een specifieke groep patiënten met ernstige lichamelijke beperkingen door reumatoïde artritis.

Passende zorg voor mensen met RA en ernstige functionele beperkingen

Het doel van langdurige persoonlijke actieve oefentherapie is om ernstige achteruitgang voor patiënten te voorkomen. Dan hoeven ze mogelijk niet naar het ziekenhuis, een revalidatiecentrum of verpleeghuis. De behandeling past bij het streven naar passende zorg. Pas als behandeling bij de oefentherapeut geen of weinig effect heeft, worden patiënten doorverwezen naar specialistische zorg. Het Zorginstituut vindt het belangrijk dat partijen afspraken maken om passende zorg voor patiënten te garanderen. Daarom vragen we de beroepsgroepen van de fysio- en oefentherapeuten om bestaande richtlijnen aan te passen. Bijvoorbeeld voor het duidelijk stellen van de indicatie, het bepalen van start- en stopcriteria en kwaliteitseisen.

Vervolg: besluit van de minister

De minister neemt het uiteindelijke besluit. Als de minister voor Medische Zorg ons advies overneemt, gaat de gewijzigde regelgeving waarschijnlijk in op 1 januari 2025. Hoe de vergoeding er vanaf die datum uitziet, hangt af van het besluit van de minister en de gewijzigde regelgeving.

Meer informatie of vragen?

Hebt u vragen over dit advies? Dan kunt u deze per e-mail stellen aan Barbara Blekkenhorst via bblekkenhorst@zinl.nl.