Pakketadvies ravulizumab (Ultomiris®) bij de behandeling van de beenmergziekte PNH en de bloedziekte aHUS
Zorginstituut Nederland heeft beoordeeld of het geneesmiddel ravulizumab (Ultomiris®) vergoed kan worden uit het basispakket. Dit middel kan worden gebruikt bij de behandeling van bepaalde patiënten met paroxismale nachtelijke hemoglobinurie (PNH) en atypisch hemolytisch-uremisch syndroom (aHUS). Het Zorginstituut concludeert dat ravulizumab voor de behandeling van PNH in het basispakket kan worden opgenomen. Wel adviseren we de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de prijs te onderhandelen. We adviseren de staatssecretaris het middel níet te vergoeden voor de behandeling van aHUS, omdat de werking wetenschappelijk niet voldoende kan worden aangetoond. De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft ons advies inmiddels overgenomen.
Update juni 2023: ravulizumab (Ultomiris®) vanaf 30 juni 2023 vergoed uit het basispakket van de zorgverzekering voor PNH
Na het advies van het Zorginstituut heeft de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) onderhandeld over de prijs van ravulizumab. De onderhandelingen met de fabrikant zijn in juni 2023 succesvol afgerond. De gemaakte afspraken zijn vastgelegd in een financieel arrangement. Het middel wordt vanaf 30 juni 2023 vergoed voor een specifieke groep patiënten met PNH.
Lees het vergoedingsbesluit van de minister in de Staatscourant.
Paroxismale nachtelijke hemoglobinurie
Paroxismale nachtelijke hemoglobinurie (PNH) is een niet-erfelijke zeldzame beenmergziekte. Patiënten met PNH hebben last van ernstige bloedarmoede. Dat komt door de versterkte afbraak van rode bloedcellen, infecties die zorgen voor de afbraak van witte bloedcellen en trombose.
Ravulizumab kan worden toegepast bij de behandeling van de volgende specifieke groepen volwassen patiënten met PNH:
- bij patiënten met hemolyse met klinische symptomen die wijzen op een hoge ziekteactiviteit;
- bij patiënten die klinisch stabiel zijn nadat ze ten minste de afgelopen 6 maanden behandeld zijn met eculizumab.
Atypisch hemolytisch-uremisch syndroom
Atypisch hemolytisch-uremisch syndroom (aHUS) wordt veroorzaakt door een abnormale werking van het complementsysteem, waarbij schade aan endotheelcellen ontstaat. Het complementsysteem is een systeem in het lichaam dat een belangrijke rol speelt bij de afweer tegen micro-organismen. Dat doet het complementsysteem samen met antistoffen en fagocyten: witte bloedcellen die schadelijke deeltjes, bacteriën en dode of stervende cellen opruimen.
Bij aHUS ontstaan bloedstolsels in de kleine bloedvaatjes van de nieren en van andere organen. AHUS veroorzaakt bloedarmoede, een tekort aan bloedplaatjes en beschadiging van de nieren.
Ravulizumab kan worden toegepast bij de behandeling van de volgende specifieke groepen volwassen patiënten met aHUS:
- behandeling van patiënten met een lichaamsgewicht van 10 kg of meer met atypisch hemolytisch-uremisch syndroom (aHUS), die complementremmernaïef zijn of eculizumab hebben ontvangen gedurende ten minste 3 maanden en bewijs hebben van respons op eculizumab.
Advies: wel vergoeding voor de behandeling van PNH
Bij de indicatie PNH voldoet ravulizumab wél aan de stand van de wetenschap en praktijk. Het Zorginstituut heeft ravulizumab vergeleken met het medicijn eculizumab dat al wordt vergoed voor de behandeling van PNH. Het Zorginstituut concludeert dat de therapeutische waarde van ravulizumab gelijk is aan de waarde van eculizumab. Beide middelen zorgen ervoor dat mensen met PNH minder bloedtransfusies nodig hebben en dat de bloedarmoede afneemt. Het enige verschil tussen de medicijnen is dat eculizumab een keer in de 2 weken moet worden toegediend, en ravulizumab een keer in de 8 weken.
De behandeling met ravulizumab is wel duurder dan de behandeling met eculizumab. Het Zorginstituut adviseert de staatssecretaris het middel daarom pas te vergoeden als succesvol is onderhandeld over een prijsverlaging. De prijs van ravulizumab mag in ieder geval niet hoger zijn dan de onderhandelde prijs van eculizumab.
Advies: geen vergoeding voor de behandeling van aHUS
Het Zorginstituut Nederland concludeert dat ravulizumab bij de indicatie aHUS niet voldoet aan het wettelijke criterium ‘stand van de wetenschap en praktijk’. Er is niet voldoende wetenschappelijk bewijs voor de effectiviteit van het middel bij deze aandoening. Ravulizumab komt daarom niet in aanmerking voor vergoeding uit de basisverzekering bij de behandeling van patiënten met aHUS.
Sluis voor dure geneesmiddelen
De minister heeft ravulizumab in de ‘sluis voor dure geneesmiddelen’ geplaatst. Een geneesmiddel dat in deze pakketsluis is geplaatst, komt pas voor vergoeding vanuit het basispakket in aanmerking als:
- er een positief pakketadvies van het Zorginstituut is;
- er afspraken en waarborgen zijn voor gepast gebruik;
- er succesvol met de fabrikant over prijsverlaging is onderhandeld.
De Wetenschappelijke Adviesraad (WAR) adviseert het Zorginstituut bij het uitbrengen van een pakketadvies. De uiteindelijke beslissing over wel of geen vergoeding uit het basispakket ligt bij de minister.
Bijlagen
-
ACP-advies over ravulizumab (Ultomiris®) bij paroxismale nachtelijke hemoglobinurie (PNH)
ACP-advies aan de Raad van Bestuur van het Zorginstituut over ravulizumab (Ultomiris®) als behandeling voor bepaalde volwassen ...
-
Verslag Adviescommissie Pakket (ACP) 26 november 2021
Het verslag van de vergadering van de Adviescommissie Pakket (ACP) van 26 november 2021 is in de vergadering van 10 december ...
-
Verslag van de vergadering van de Wetenschappelijke Adviesraad (WAR) over ravulizumab (Ultomiris®)
Verslag van de vergadering van de Wetenschappelijke Adviesraad (WAR) over ravulizumab (Ultomiris®). Dit middel kan worden ...