Standpunt - Arteria Pulmonalis (PA) telemonitoring bij patiënten met chronisch hartfalen kan worden vergoed uit basispakket

Arteria Pulmonalis (PA) telemonitoring is een behandeling voor patiënten met chronisch hartfalen NYHA klasse III die in het afgelopen jaar ten minste 1 ziekenhuisopname door hartfalen hebben gehad. De conclusie van Zorginstituut Nederland is dat dit effectieve zorg is voor patiënten. Daarmee kan PA-telemonitoring voor genoemde patiënten worden vergoed uit het basispakket van de zorgverzekering. De vergoeding geldt vanaf 14 mei 2024.

Korte uitleg over PA-telemonitoring

Bij het systeem van PA-telemonitoring wordt een kleine sensor levenslang geplaatst in een tak van de longslagader. PA komt van arteria pulmonalis, de longslagader. Met de sensor kunnen de cardioloog en hartfalenverpleegkundige op afstand het hartfalen van de patiënt in de gaten houden. En als het nodig is, kunnen zij de behandeling voor hartfalen aanpassen. Het doel van PA-telemonitoring is om verergering van de symptomen van hartfalen vroegtijdig op te sporen en te behandelen. Voor patiënten kan dit leiden tot betere kwaliteit van leven en minder ziekenhuisopnamen door hartfalen. Implanteren van de sensor lijkt tot weinig complicaties te leiden. En als complicaties optreden, zijn die in principe goed te behandelen.

Aanleiding: voorwaardelijke toelating loopt af

Sinds 1 april 2019 is PA-telemonitoring voorwaardelijk toegelaten tot het basispakket voor patiënten met chronisch hartfalen NYHA klasse III. Dit betekent dat de behandeling tijdelijk wordt vergoed, en onder bepaalde voorwaarden. Een van de voorwaarden is dat patiënten de behandeling vergoed krijgen als zij meedoen aan het onderzoek. In dit geval de MONITOR-HF-studie.

Samenvatting van het standpunt

De MONITOR-HF-studie kijkt onder andere naar de effecten van PA-telemonitoring op de kwaliteit van leven en het aantal ziekenhuisopnamen. De studie vergeleek de resultaten van 2 groepen patiënten. De ene groep patiënten kreeg alleen de standaardbehandeling. Die bestaat uit medicijnen en adviezen voor een gezonde leefstijl. De andere groep patiënten kreeg dezelfde standaardbehandeling met daarbij PA-telemonitoring. Onze conclusie is dat PA-telemonitoring tot het basispakket behoort voor patiënten met chronisch hartfalen NYHA klasse III. PA-telemonitoring kan voor deze patiënten leiden tot betere kwaliteit van leven en minder ziekenhuisopnamen. Hoewel het een invasieve ingreep is, leidt het plaatsen van de sensor tot weinig complicaties. En als complicaties optreden, zijn die in principe goed te behandelen. Invasief betekent dat de ingreep ín het lichaam plaatsvindt, dus een operatie. De sensor blijft levenslang in het lichaam.

Afspraken voor passende zorg

Het Zorginstituut vindt het belangrijk dat partijen afspraken maken om passende zorg voor patiënten te kunnen garanderen. De Nederlands Vereniging voor Cardiologie (NVVC) gaat een leidraad en introductieprotocol opstellen. Daarin staan de randvoorwaarden voor PA-telemonitoring. Dat zijn bijvoorbeeld eisen voor de centra die de sensors gaan plaatsen, implanteurs en infrastructuur van de hartfalenpolikliniek. De NVVC zal de implementatie leiden. De werkgroep Hartfalen van de NVVC verwacht dat deze nieuwe behandeling een belangrijke aanvulling is voor een kleine groep van 300 tot 400 patiënten per jaar. Het Zorginstituut gaat het gepast gebruik monitoren van PA-telemonitoring bij patiënten met chronisch hartfalen NYHA klasse III. 

Gevolgde procedure

Alleen zorg die écht werkt, mag deel uitmaken van het basispakket van de zorgverzekering. Dit is vastgelegd met de juridische term 'stand van de wetenschap en praktijk'. In dit geval heeft de minister van minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) PA-telemonitoring voor patiënten met chronisch hartfalen NYHA klasse III voorwaardelijk toegelaten tot het basispakket. Aan het eind van een periode van voorwaardelijke toelating beoordeelt het Zorginstituut of de zorg wel of niet definitief uit het basispakket kan worden vergoed. Zo'n beoordeling noemen we een duiding. De uitkomst van een duiding heet een standpunt.

Een standpunt van het Zorginstituut geeft direct duidelijkheid. De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport beslist hier verder niet meer over. Patiënten, zorgverleners en zorgverzekeraars hebben inspraak tijdens het opstellen van een standpunt. En bij standpunten krijgt het Zorginstituut advies van de Wetenschappelijke Adviesraad (WAR). Hierin zitten onafhankelijke wetenschappers, artsen, apothekers, methodologen en gezondheidseconomen. Het Zorginstituut weegt al die reacties zorgvuldig mee en stelt het uiteindelijke standpunt vast. 

Lees meer informatie over de procedure bij een standpunt op de pagina 'Verduidelijking van het basispakket - standpunten'.

Meer informatie of vragen?

Hebt u vragen over dit standpunt? Dan kunt u deze per e-mail stellen aan Ilse van Beusekom via ibeusekom@zinl.nl