Verzekerden met diabetes (suikerziekte) type 1 of 2 kunnen in aanmerking komen voor diabeteshulpmiddelen.
Wanneer heeft iemand recht op diabeteshulpmiddelen?
Een verzekerde kan in aanmerking komen voor diabeteshulpmiddelen als hij:
- type 1 diabetes heeft en met insuline wordt behandeld, of;
- type 2 diabetes heeft, bijna is uitbehandeld met bloedsuikerverlagende middelen en de arts behandeling met insuline overweegt.
Welke hulpmiddelen kunnen voor vergoeding in aanmerking komen?
De volgende diabeteshulpmiddelen kunnen voor vergoeding in aanmerking komen:
- bloedafnameapparatuur met bijbehorende lancetten;
- bloedglucosemeter met bijbehorende teststrips en de noodzakelijke voorlichting over doelmatig gebruik;
- glucose monitoring systemen met sensors en de noodzakelijke voorlichting over doelmatig gebruik;
- een draagbare, uitwendige insulinepomp met toebehoren.
Een diabeteshulpmiddel wordt gebruiksklaar geleverd. Dat wil zeggen: met batterijen en/of oplaadapparatuur. De kosten van vervanging van batterijen en oplaadapparatuur en de stroomkosten voor het opladen, komen voor eigen rekening van de verzekerde.
Zo nodig recht op aangepaste uitvoering
Als iemand door een beperking geen gebruik kan maken van reguliere diabeteshulpmiddelen, dan heeft hij recht op een aangepaste uitvoering van het hulpmiddel.
Ketonenteststrips
Voor diabetespatiënten vallen ketonenteststrips onder de hulpmiddelenzorg. Vergoeding loopt direct via de zorgverzekeraar.
Als ketonenteststrips worden ingezet bij andere aandoeningen, zoals glycogeenstapelingsziekte (GSD), vallen deze onder de medisch-specialistische zorg.
Glucose monitoring systemen
Er zijn 2 soorten glucose monitoring systemen:
- real time continue glucose monitoring (rt-CGM)
- flash glucose monitoring (FGM)
Als glucose monitoring systemen worden ingezet bij andere aandoeningen, zoals glycogeenstapelingsziekte (GSD), vallen deze onder de medisch-specialistische zorg.
Real time Glucose monitoring (rt-CGM)
De volgende groepen kunnen in aanmerking komen voor rt-CGM:
- Kinderen met diabetes type 1.
- Volwassenen met slecht ingesteld diabetes type 1 (ondanks standaardcontrole blijvend hoog HbA1c >8% of >64 mmol/mol).
- Patiënten met diabetes type 1, met herhaalde ernstige hypoglykemieën en/of die ongevoelig zijn om hypoglykemie waar te nemen (‘hypoglycemia unawareness’).
- Zwangere vrouwen met diabetes (type 1 en 2).
- Vrouwen met een zwangerschapswens met een preconceptionele diabetes (type 1 en type 2).
Als rt-CGM wordt ingezet bij andere aandoeningen, zoals glycogeenstapelingsziekte (GSD), valt deze onder de medisch-specialistische zorg.
Flash glucose monitoring (FGM)
FGM kan worden vergoed als de verzekerde binnen een van de volgende groepen valt:
- Mensen met diabetes type 1.
- Mensen met diabetes type 2 met een intensief insulineschema.
- Zwangere vrouwen met diabetes type 2 die insuline gebruiken maar geen intensief insulineschema hebben.
- Vrouwen met een zwangerschapswens met een preconceptionele diabetes type 2 die insuline gebruiken maar geen intensief insulineschema hebben.
Meer informatie staat in:
Uitwisselbaarheid FGM en rt-CGM
Veel mensen vinden dat iedereen met diabetes de vrije keus moet hebben om samen met de behandelaar te kiezen voor FGM of rt-CGM.
FGM is destijds op de markt gebracht als technische variant van rt-CGM. Inmiddels is FGM steeds verder naar rt-CGM toegegroeid. Het verschil tussen rt-CGM en FGM is steeds kleiner geworden. De nieuwe generaties FGM hebben bijvoorbeeld een alarm, net als rt-CGM. Rt-CGM en FGM zijn hierdoor inmiddels uitwisselbaar geworden wat betreft de functionaliteiten.
FGM en rt-CGM zijn echter niet vanzelfsprekend uitwisselbaar. Dit is afhankelijk van de prijs. Er zijn signalen dat de prijzen van FGM en rt-CGM ook steeds verder naar elkaar toegroeien, maar er zijn nog steeds verschillen.
Als rt-CGM even duur is als FGM of zelfs goedkoper, zijn rt-CGM en FGM uitwisselbaar. Maar als rt-CGM duurder is dan FGM, moet worden gekeken of de verzekerde valt onder een van de 5 indicaties voor rt-CGM. Hiervoor is een functioneringsgerichte indicatie van de behandelend arts noodzakelijk.
Aan de hand van een functioneringsgerichte indicatie moet worden gekeken of een individuele verzekerde redelijkerwijs is aangewezen op een sensor en, zo ja, welke dan (merk en type).
Voor wat we verstaan onder ‘redelijkerwijs aangewezen zijn’ verwijzen we naar de algemene hulpmiddelenpagina. Het is aan de zorgverzekeraar om te beoordelen welk hulpmiddel (rt-CGM of FGM) voor de individuele verzekerde het meest passend en doelmatig is. Zie verder onder doelmatige zorg.
Bredere vergoeding Realtime Glucose Monitoring vanuit het basispakket: wanneer en voor wie?.
De betrokken partijen hebben inmiddels kwaliteitscriteria opgesteld voor optimale en doelmatige inzet van FGM en CGM. Zij zijn nu bezig om deze criteria aan te passen aan de huidige situatie.
Insulinepompen
Insulinepompen horen op grond van de criteria voor de afbakening eigenlijk thuis in de medisch-specialistische zorg. Toch worden ze vergoed vanuit de hulpmiddelenzorg. Voor de insulinepompen wordt dus een uitzondering gemaakt op de bestaande afbakeningscriteria.
Lees het advies vereenvoudiging aanspraak diabeteshulpmiddelen.
Meer informatie over de afbakening hulpmiddelenzorg en medisch-specialistische zorg:
- Overzicht afbakening hulpmiddelenzorg en medisch-specialistische zorg (geneeskundige zorg) / ziekenhuisverplaatste zorg
- Stroomschema afbakening te verzekeren prestaties medisch-specialistische zorg en hulpmiddelenzorg
Insulinepompen en rt-CGM
De voor de insulinepomp geldende indicaties komen grotendeels overeen met de 5 indicaties voor rt-CGM. Maar dat rt-CGM en FGM bij gelijke prijs uitwisselbaar zijn op basis van functionaliteit, betekent niet automatisch dat voor alle indicaties ook aanspraak bestaat op een insulinepomp. En dat een verzekerde redelijkerwijs is aangewezen op een insulinepomp rechtvaardigt ook niet vanzelfsprekend een aanspraak op rt-CGM.
Of een verzekerde is aangewezen op een hulpmiddel en welk hulpmiddel dat dan moet zijn, blijft een individuele beoordeling.
Hybrid closed loop systemen (HCL)
Een HCL bestaat uit een koppeling tussen rt-CGM en een insulinepomp. Niet iedere rt-CGM is koppelbaar met iedere insulinepomp. En niet bij iedere combinatie van rt-CGM met een insulinepomp is sprake van een HCL. Het is nog onduidelijk in welke situatie een HCL meerwaarde heeft. Een verzekerde heeft dan ook niet automatisch aanspraak op een sensor die gekoppeld kan worden met een eventueel aanwezige insulinepomp. Een verzekerde die aanspraak kan maken op rt-CGM en op een insulinepomp kan in aanmerking komen voor een HCL, maar dat moet dan wel doelmatige zorg zijn.
Of een verzekerde redelijkerwijs is aangewezen op een HCL moet blijken uit de functioneringsgericht indicatie. Het is aan de zorgverzekeraar om op basis van die functioneringsgerichte indicatie te beoordelen welke combinatie van hulpmiddelen (merk en type) voor de individuele verzekerde het meest passend en doelmatig is. Zie verder onder doelmatige zorg.
Doelmatige zorg
Een verzekerde kan aanspraak maken op een hulpmiddel als hij voldoet aan 3 voorwaarden:
- er is een objectieve medisch noodzaak voor het hulpmiddel (zorgbehoefte); en
- het hulpmiddel is geschikt om de beperkingen en belemmeringen van de verzekerde in aanvaardbare mate te compenseren (adequaatheid); en
- het hulpmiddel is niet onnodig duur (doelmatigheid).
Doelmatige zorginkoop en de beoordeling welk hulpmiddel doelmatig is, is aan de zorgverzekeraars. De prijs van een diabeteshulpmiddel volgens de Z-index (indicatieve prijs) kan verschillen van de prijs waarvoor het hulpmiddel wordt ingekocht door de verschillende zorgverzekeraars. Het is aan de zorgverzekeraar om bij een individuele aanvraag te beoordelen welk hulpmiddel doelmatig is.
Eigen risico
Diabeteshulpmiddelen vallen onder het eigen risico.
Regelgeving
De aanspraak op diabeteshulpmiddelen staat beschreven in: