Vergoeding Realtime Glucose Monitoring vanuit het basispakket: wanneer en voor wie?
Mensen met diabetes en een intensief insulineschema moeten zelf hun glucosewaarden regelen. Zij meten die waarden daarom minimaal 4 keer per dag. Heel lang was vingerprikken de enige manier om glucosewaarden te meten. De laatste jaren is sensortechnologie sterk in opkomst, zoals realtime Continue Glucose Monitoring (rt-CGM) of Flash Glucose Monitoring (FGM).
Kwaliteitscriteria
FGM kan worden vergoed uit de basisverzekering voor patiënten met diabetes type 1 en 2 met een intensieve insulinebehandeling. Rt-CGM kan voor 5 specifieke groepen patiënten met diabetes type 1 en 2 worden vergoed. Deze technologie zorgt dat zij hun bloedglucosewaarden stabieler kunnen houden. Dit verkleint de kans op hypoglykemieën (hypo's), hyperglykemieën (hypers) en andere complicaties.
Zorgverleners, koepelorganisatie de Nederlandse Diabetes Federatie (NDF), patiëntenvereniging Diabetesvereniging Nederland (DVN) en zorgverzekeraars hebben samen kwaliteitscriteria opgesteld. Op basis van deze criteria kunnen zorgverleners en patiënten samen bespreken of FGM of rt-CGM een effectief en passend hulpmiddel is.
Bewezen effectief
Op dit moment komen 5 groepen patiënten in aanmerking voor vergoeding van rt-CGM. Rt-CGM wordt, ondanks het gebruiksgemak, niet voor iedereen met diabetes type 1 en 2 vergoed uit het basispakket van de zorgverzekering. Volgens de Zorgverzekeringswet (Zvw) wordt zorg alleen vergoed als deze bewezen effectief is. Zorg moet dus echt een verschil maken. Iemands gezondheid of kwaliteit van leven moet met rt-CGM aantoonbaar verbeteren. Op dit moment is er geen wetenschappelijk onderzoek van voldoende kwaliteit waarmee we kunnen vaststellen of dit ook voor andere (groepen) patiënten het geval is, naast de 5 groepen die rt-CGM al vergoed kunnen krijgen. Pas als zulk onderzoek beschikbaar is, kan het Zorginstituut adviseren over de vergoeding van rt-CGM uit het basispakket voor andere (groepen) patiënten.
Richtlijnen
Het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten (FMS) heeft in 2021 aanvullende richtlijnen gepubliceerd voor patiënten met diabetes type 1. Onder andere publiceerde de FMS de richtlijn 'Glucose zelfmanagement bij patiënten met diabetes mellitus (DM) type 1'. In deze richtlijn wordt een breder indicatiegebied beschreven voor rt-CGM dan de nu voor rt-CGM geldende 5 patiëntgroepen. Gezien de zeer beperkte wetenschappelijke onderbouwing van de richtlijnenmodule, verandert de huidige aanspraak vanuit de basisverzekering niet.
Hoewel er nieuwe studies zijn verschenen, is hiermee geen nieuw wetenschappelijk bewijs aangedragen dat een herbeoordeling van rt-CGM sensortechnologie ten opzichte van FGM sensortechnologie in het licht van verbreding van het indicatiegebied voor rt-CGM rechtvaardigt.
De indicaties van de proefpersonen in de aangedragen studies komen grotendeels overeen met de indicaties van personen die reeds in aanmerking komen voor vergoeding van rt-CGM vanuit de basisverzekering. Met uitzondering van de ALERTT1 studie. Maar van deze studie is niet duidelijk of de resultaten het gevolg zijn van een alarm, dan wel van de real time beschikbaar zijn van de waarden.
Daarnaast is er geen wetenschappelijk onderbouwing of duidelijkheid over medische noodzaak voor de groepen personen voor wie een claim wordt gedaan om in aanmerking te komen voor rt-CGM in plaats van FGM sensortechnologie. Evenmin is duidelijk hoe deze specifieke groepen waarvoor rt-CGM wordt geclaimd zich verhouden tot de bestaande indicaties voor vergoeding uit de basisverzekering.
Alleen zorg die effectief is en voldoet aan het wettelijk criterium ‘stand van de wetenschap en praktijk’ kan wettelijk deel uitmaken van het basispakket van de zorgverzekering. Voor het beoordelen van ‘de stand van de wetenschap en praktijk’ gaan we uit van de principes van evidence based medicine (EBM). EBM heeft als uitgangspunt dat wetenschappelijk onderzoek van hoge kwaliteit in de afweging het zwaarste weegt. Zo geeft een goed opgezet en uitgevoerd gerandomiseerd vergelijkend onderzoek (randomised controlled clinical trial - RCT) in principe de minste kans op vertekening van het effect en dus de hoogste mate van zekerheid over de causale relatie tussen de interventie en het waargenomen effect. Andere onderzoeksdesigns, zoals observationeel onderzoek, hebben als nadeel dat er meer kans is op onder- of overschatting van de effectiviteit.
Onderkend moet echter worden dat een RCT ook nadelen heeft en beperkingen kent. In verband hiermee hebben wij een kader ontwikkeld aan de hand waarvan wij op systematische wijze kunnen afwegen en beargumenteren, welk – gelet op de betreffende interventie – onderzoek als wetenschappelijke onderbouwing kan dienen. Dit is beschreven in het document Beoordeling 'stand van de wetenschap en praktijk'.
De recent gepubliceerde richtlijn (Nieuwe modules bij richtlijn Diabetes mellitus type 1) van de internisten is gebaseerd op RCTs. De beoordeling van de kwaliteit van deze RCTS door de werkgroep die deze richtlijn heeft ontwikkeld, en die dezelfde methodiek gebruikt als wij, is nagenoeg op alle patiëntrelevante uitkomsten zeer laag. Dat betekent dat de gevonden effecten zeer onzeker zijn.
Voor een duiding kijken wij altijd naar internationale studies. De recente richtlijn van de internisten is gebaseerd op recent internationaal wetenschappelijk onderzoek, met name waarin FGM en CGM zijn vergeleken met vingerprikken. De beoordeling van de kwaliteit van het onderzoek dat aan deze richtlijn ten grondslag ligt, gericht op een vergelijking van CGM met FGM, is op nagenoeg alle relevante uitkomsten zeer laag. Dat betekent dus dat er zeer weinig vertrouwen is in de schatting van de gevonden effecten op deze relevante uitkomstmaten.
Aangezien FGM standaardzorg is voor mensen met diabetes type 1, gaf deze richtlijn geen aanleiding om te besluiten tot een herbeoordeling van de meerwaarde van CGM.
Voor de Zorgverzekeringswet geldt dat alleen zorg in basispakket hoort die effectief is en voldoet aan het wettelijke criterium ‘stand van de wetenschap en praktijk’. Dit wettelijke criterium is nog steeds van kracht en is het eerste principe van passende zorg.
Voor een duiding gaan we uit van patiëntrelevante uitkomsten, die we tripartiet vaststellen (samen met patiëntvertegenwoordigers, wetenschappelijke verenigingen van zorgprofessionals en zorgverzekeraars). Kwaliteit van leven is nagenoeg altijd een cruciale uitkomstmaat in onze beoordelingen. In een duiding onderzoeken we de waarde van nieuwe zorg vergeleken met de standaardzorg of gebruikelijke zorg. Anders gezegd: vinden wij de ‘netto toevoeging’ van de te beoordelen interventie in vergelijking met de al bestaande zorg groot genoeg, en hebben wij er voldoende vertrouwen in dat deze meerwaarde ook daadwerkelijk optreedt? Het gaat ons dus om de zogenoemde relatieve effectiviteit van een interventie.
Het is (vooralsnog) onduidelijk bij welke subgroepen mensen met diabetes type 1 die onvoldoende geholpen zijn met FGM, rt-CGM klinische meerwaarde zou bieden ten opzichte van de standaardzorg of gebruikelijke zorg. Bestaand onderzoek geeft hier geen antwoord op met voldoende wetenschappelijke onderbouwing (zie andere vragen).
Goede en toegankelijke zorg voor iedereen in Nederland
De Nederlandse gezondheidszorg is een van de beste ter wereld. Iedereen betaalt eraan mee, via belastingen en de verplichte basiszorgverzekering. Het Zorginstituut werkt er namens de overheid aan dat onze zorg goed en betaalbaar is én blijft. Dit alles om ons geld voor de zorg alleen te besteden aan passende zorg en behandelingen waarvan vaststaat dat die echt werken. Zodat iedereen in Nederland ook in de toekomst toegang houdt tot goede en betaalbare zorg.