Advies - blijf nirmatrelvir/ritonavir (Paxlovid®) vergoeden voor de behandeling van COVID-19
In november 2022 is nirmatrelvir/ritonavir (Paxlovid) na een advies van Zorginstituut Nederland opgenomen in het Geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). Dat betekent dat dit medicijn wordt vergoed uit het basispakket van de zorgverzekering. Paxlovid kan worden gebruikt voor de behandeling van volwassenen met een coronavirusinfectie (COVID-19) en een zeer hoog risico op een ernstig ziektebeloop. Vanwege de wens voor een snelle beschikbaarheid van het medicijn, verleende het Zorginstituut in 2022 een voorlopige vrijstelling voor de analyse van de kosteneffectiviteit. Die vrijstelling is nu definitief. Het Zorginstituut adviseert de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) nu om Paxlovid in het GVS te houden onder de huidige voorwaarden.
Download 'Aanvullend GVS-advies nirmatrelvir/ritonavir (Paxlovid®) voor de behandeling van COVID-19'
Stand van zaken: advies gestuurd naar de minister
Het Zorginstituut heeft dit advies naar de minister van VWS gestuurd. De minister neemt de uiteindelijke beslissing om het medicijn wel of niet te vergoeden uit het basispakket van de zorgverzekering.
Coronavirusinfectie
Het Zorginstituut concludeerde in het advies van oktober 2022 dat nirmatrelvir/ritonavir meerwaarde heeft bij de behandeling van volwassenen met een coronavirusinfectie (COVID-19), die geen aanvullende zuurstof nodig hebben en een zeer hoog risico lopen op een ernstige ontwikkeling van de ziekte. Zij moeten zo snel mogelijk met de 5-daagse behandelkuur beginnen nadat het coronavirus bij hen is vastgesteld. En in ieder geval moet dat binnen 5 dagen na het begin van de symptomen, want dan verlaagt Paxlovid de kans op ziekenhuisopname of overlijden voor deze groep patiënten.
Ontwikkelingen coronapandemie
In juni 2023 is het aantal besmettingen met COVID-19 sterk afgenomen en daarmee ook het aantal declaraties voor Paxlovid. De aantallen lagen zo veel lager dat het op dat moment niet nodig was om een analyse van de kosteneffectiviteit uit te voeren. Op 13 juli 2023 heeft het Zorginstituut de minister van VWS daarom geadviseerd de voorlopige vrijstelling voor farmaco-economische analyse te verlengen tot 1 januari 2024. Sinds dit laatste advies van het Zorginstituut over nirmatrelvir/ritonavir zijn er geen noemenswaardige veranderingen opgetreden rondom de coronapandemie.
Evaluatie herbeoordeling farmacotherapie
In het advies van 27 oktober 2022 stond dat het Zorginstituut na een jaar zou evalueren of een herbeoordeling van nirmatrelvir/ritonavir nodig is. Op 13 juli 2023 adviseerden wij die evaluatie uit te stellen tot in ieder geval januari 2024. Het Zorginstituut heeft nu geen nieuwe gegevens die aanleiding geven tot een herbeoordeling van nirmatrelvir/ritonavir. Daarbij is de huidige situatie niet veranderd, rondom COVID-19 en het lage aantal declaraties van nirmatrelvir/ritonavir. Hierom heeft het Zorginstituut besloten dat een herbeoordeling niet nodig is.
Advies van het Zorginstituut
Het Zorginstituut adviseert de minister van VWS om nirmatrelvir/ritonavir onder de huidige voorwaarden in het GVS te houden.