GVS-advies vericiguat (Verquvo®) bij de behandeling van volwassenen met chronisch hartfalen
Zorginstituut Nederland heeft beoordeeld of vericiguat (Verquvo®) kan worden opgenomen in het Geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). Vericiguat kan worden gebruikt bij de behandeling van bepaalde patiënten met chronisch hartfalen. Het Zorginstituut adviseert de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) vericiguat niet op te nemen in het GVS, omdat behandeling met het middel geen meerwaarde heeft ten opzichte van de standaardbehandeling.
Update mei 2023: het Zorginstituut heeft vericiguat (Verquvo®) opnieuw beoordeeld
Op basis van nieuwe onderzoeksgegevens heeft de registratiehouder gevraagd om een herbeoordeling van vericiguat. Het Zorginstituut heeft opnieuw beoordeeld of het geneesmiddel vericiguat (Verquvo®) opgenomen kan worden in het Geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). We adviseren de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) om vericiguat (Verquvo®) op te nemen in het GVS op bijlage 1B.
Lees hier de herbeoordeling van vericiguat (Verquvo®) van 12 mei 2023.
Indicatie waarvoor vergoeding is aangevraagd
Verquvo® is een filmomhuld tablet dat vericiguat bevat. Het is beschikbaar in 3 sterktes: 2,5 mg, 5 mg, en 10 mg. Vergoeding wordt gevraagd voor de behandeling van volwassenen met symptomatisch chronisch hartfalen met verminderde ejectiefractie, die gestabiliseerd zijn na een recente verslechtering van hartfalen waarvoor een intraveneuze behandeling nodig was.
Hartfalen is een aandoening waarbij de pompkracht van het hart is verminderd. Bij symptomatisch hartfalen is er sprake van klachten bij normale inspanning of zelfs in rust. Veelvoorkomende klachten zijn overmatige vermoeidheid, hartkloppingen en kortademigheid. Een verminderde ejectiefractie betekent dat de knijpfunctie van het hart minder goed werkt. Daardoor wordt bij een hartslag minder bloed weggepompt dan normaal.
Advies van het Zorginstituut
Het Zorginstituut concludeert dat vericiguat bij de geregistreerde indicatie geen meerwaarde heeft als toevoeging aan de standaardbehandeling. Daarom adviseert het Zorginstituut de minister van VWS om vericiguat niet op te nemen in het GVS.
Geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS)
Vericiguat is een extramuraal geneesmiddel. Extramurale geneesmiddelen zijn medicijnen voor thuisgebruik, die op recept van een arts verkrijgbaar zijn bij de apotheek. Ze worden alleen vergoed uit het basispakket van de zorgverzekering als ze in het GVS staan. De hoogte van de vergoeding hangt af van de lijst waarop ze staan. Onderling vervangbare geneesmiddelen worden geclusterd op bijlage 1A. Hiervoor kan een vergoedingslimiet gelden. Unieke geneesmiddelen komen op bijlage 1B. Hiervoor geldt geen vergoedingslimiet. Er kunnen ook nadere voorwaarden gelden voor vergoeding. Dan komt een medicijn ook op bijlage 2.
De Wetenschappelijke Adviesraad (WAR) adviseert het Zorginstituut bij de beoordeling. Op basis van de beoordeling stuurt het Zorginstituut een advies aan de minister van VWS. De minister neemt de uiteindelijke beslissing om het medicijn wel of niet te vergoeden uit het basispakket van de zorgverzekering.
Bekijk het filmpje voor meer uitleg over hoe wij de beoordeling van geneesmiddelen aanpakken.
Iedereen in Nederland betaalt mee aan de gezondheidszorg. Zorginstituut Nederland waakt erover dat die zorg goed én betaalbaar blijft.
Komt er bijvoorbeeld een nieuw medicijn op de markt, dan beoordelen wij of het vergoed moet worden uit het basispakket. We geven daarover advies aan de minister voor Medische Zorg.
Die beoordeling gaat zo:
Als een medicijn is goedgekeurd kan de fabrikant een aanvraag bij ons doen voor toelating tot het basispakket. Zodra we alle informatie en wetenschappelijke onderzoeken hebben ontvangen, gaan we aan de slag.
We beantwoorden vragen als:
- Hoe ernstig is de ziekte?
- Hoe goed werkt het medicijn?
- Bij welke groep patiënten?
- En, wat kost het ten opzichte van wat het oplevert voor de patiënt?
Als er al een medicijn voor de ziekte is, dan vergelijken we ze met elkaar.
Soms blijkt tijdens de beoordeling dat er onzekerheid is over hoe lang de ziekte wegblijft. Of dat het niet bij alle patiënten lijkt te werken. We adviseren dan over wie het medicijn moet krijgen.
Soms is het medicijn heel duur. Vergoeding hiervan kan dan ten koste gaan van zorg voor andere patiënten. We adviseren dan om over de prijs te onderhandelen.
Bij de beoordeling betrekken we patiëntenorganisaties, dokters en zorgverzekeraars. En we krijgen advies van twee onafhankelijke commissies:
de Wetenschappelijke Adviesraad en de Adviescommissie Pakket.
We wegen alle feiten en onzekerheden tegen elkaar af in ons advies. De minister besluit uiteindelijk of het medicijn vergoed wordt uit het basispakket.
Zo besteden we het geld voor de zorg, waar iedereen aan meebetaalt, aan goede medicijnen die het geld waard zijn.