Pakketadvies pneumokokkenvaccinatie voor ex-COVID-19-patiënten
Zorginstituut Nederland adviseert de minister voor Medische Zorg het pneumokokkenvaccin Pneumovax 23® te vergoeden voor de groep ex-COVID-19-patiënten bij wie de longfunctie is verstoord. Een geneesmiddel komt voor vergoeding in aanmerking zodra het is opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). Pneumovax 23® is voor specifieke groepen patiënten al opgenomen op bijlage 1B in het GVS met aanvullende bijlage 2-voorwaarden. Dit betekent dat er voorwaarden gelden voor de vergoeding. Het Zorginstituut heeft nu de groep mensen die longschade hebben opgelopen door COVID-19 nader gedefinieerd en adviseert de minister nog een aanvullende bijlage 2-voorwaarde op te nemen. Hierdoor kunnen ex-COVID-19-patiënten met longschade als gevolg van de ziekte het vaccin voorlopig vergoed krijgen.
Eerder advies Gezondheidsraad
Dit advies van het Zorginstituut is de uitwerking van een eerder advies van de Gezondheidsraad om ex-COVID-19-patiënten met longschade voorlopig toe te voegen aan de groepen waarvoor de vaccinatie op medische indicatie wordt vergoed. Staatssecretaris Blokhuis heeft het voorstel van de Gezondheidsraad eind april 2020 overgenomen. Daarna heeft hij aan het Zorginstituut gevraagd het advies voor ex-COVID-19-patiënten nader in te vullen. Met behulp van de Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose (NVALT) heeft het Zorginstituut de patiëntengroep nader gedefinieerd.
Advies uitbreiding nadere voorwaarden (bijlage 2)
De nadere voorwaarden voor pneumokokkenvaccin op bijlage 2 van de Regeling zorgverzekering (Rzv) kunnen worden uitgebreid met een onderdeel i., met de volgende formulering:
5. Pneumokokkenvaccin
Voorwaarde: uitsluitend voor een verzekerde:
i. die ten gevolge van COVID-19 is opgenomen geweest in het ziekenhuis, en
(1) restafwijkingen op CT-thorax heeft (fibrose, en/of bronchiëctasieën, en/of persisterende infiltratieve afwijkingen/atelectase); en
(2) afwijkingen in longfunctie (FVC < 70% en/of z-score < 2.00, of FEV1/FVC ratio z-score < -1.64 én FEV1 < 50% van voorspeld, of DLCOc < 60%).
Bovenstaande longfunctiewaarden zijn gebaseerd op internationale afkapwaarden voor het bepalen van de mate waarin de longfunctie van een patiënt verstoord is. Hierbij is een matig ernstige verstoring (in het geval van restrictie of diffusie) of een ernstige verstoring (in het geval van obstructie) gehanteerd.
Opname op bijlage 1B van het GVS
Een geneesmiddel wordt vergoed uit het basispakket zodra het is opgenomen in het GVS. Het GVS bevat lijsten met geneesmiddelen die vergoed worden uit het basispakket, oftewel die een te verzekeren prestatie zijn in het kader van de Zorgverzekeringswet (Zvw). De middelen die zijn opgenomen in het GVS, zijn geclusterd op bijlage 1A van de Regeling zorgverzekering (onderling vervangbare middelen) of staan apart op bijlage 1B (unieke geneesmiddelen).
Bijlage 1B is de lijst met geneesmiddelen die niet onderling vervangbaar zijn. De geneesmiddelen op deze lijst hebben geen vergoedingslimiet.
Bijlage 2
Geneesmiddelen die op de bijlagen 1A en 1B staan, kunnen ook op bijlage 2 staan. Dit houdt in, dat er extra voorwaarden voor de vergoeding zijn. Bijvoorbeeld als bij de geregistreerde indicatie niet de hele patiëntengroep, maar alleen een deel van patiënten voor vergoeding van een geneesmiddel in aanmerking komt.