Pakketadvies gesuperviseerde oefentherapie bij COPD
Het Zorginstituut adviseert de minister voor Medische Zorg en Sport om oefentherapie bij Chronic Obstructive Pulmonary Disease (COPD) vanaf de eerste behandeling te vergoeden uit het basispakket. Dit geldt alleen voor patiënten met matig ernstige tot zeer ernstige COPD. De oefentherapie moet onder supervisie staan van een fysiotherapeut of oefentherapeut.
Daarnaast heeft het Zorginstituut gekeken naar een meer doelmatige inzet van de behandeling.
Maximum aantal behandelsessies per jaar
Uit onderzoek van het Zorginstituut is gebleken dat een deel van de patiënten een zeer hoog aantal behandelsessies ontvangt, terwijl de noodzaak voor dat hoge aantal wetenschappelijk niet is aangetoond. Daarom stelt het Zorginstituut voor om voor elk van de 4 groepen A, B, C en D (een aanvullende groepsindeling naar ziektelast door COPD, waarbij groep A de lichtste is) een maximum aantal behandelsessies per 12 maanden vast te stellen:
- 5 sessies voor patiënten in groep A;
- 27 sessies voor patiënten in groep B;
- 70 sessies voor patiënten in groep C en D.
Als na het startjaar van behandeling nog onderhoudsbehandeling nodig is, zijn de maximum aantallen per 12 maanden lager: 3 in groep B en 52 in groep C en D.
Reactie van de minister op het advies
De minister voor Medische Zorg heeft besloten om vanaf 1 januari 2019 oefentherapie bij COPD te vergoeden vanaf de eerste behandeling. Nu moeten patiënten de eerste 21 behandelingen nog zelf betalen. Wel komt er een maximum op het aantal behandelingen dat vergoed wordt. In het eerste behandeljaar zijn dit er maximaal 70. In de jaren daarna is het aantal behandelingen afhankelijk van de ernst van de COPD.
- Kamerbrief over stand van zaken wijzigingen basispakket Zorgverzekering 2019 - 9 november 2018
- Kamerbrief VWS over wijzigingen basispakket Zorgverzekering 2019 - 1 juni 2018
Aanscherping advies in 2020
In april 2020 heeft het Zorginstituut bovenstaand advies aangescherpt. Het Zorginstituut concludeert op basis van nieuwe inzichten dat de aanspraak voor een subgroep patiënten binnen ernstcategorie B te beperkt is. Dit is een ongewenste situatie. Het Zorginstituut adviseert daarom aan de minister voor Medische Zorg de huidige ernstcategorie B te verdelen in 2 subgroepen. De minister heeft het advies van het Zorginstituut overgenomen per 1 januari 2021.