Mensen met een licht verstandelijke beperking gebaat bij meer tijd en aandacht van de huisarts
In Nederland zijn ongeveer 1,17 miljoen mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB). Zij hebben een lager intelligentieniveau en soms moeite om zich in de maatschappij te redden. Deze groep krijgt op dit moment onvoldoende passende zorg, constateert Zorginstituut Nederland. De gezondheid van mensen met een LVB kan verbeteren als artsen herkennen dat hun patiënt een verstandelijke beperking heeft en daar rekening mee houden in de spreekkamer. Dit is een van de belangrijke aanbevelingen uit het Zinnige Zorg Verbetersignalement ‘Zorg voor mensen met een LVB en een gezondheidsprobleem’.
Mensen met een LVB gaan vaker naar de dokter
Mensen met een LVB maken vaker gebruik van zorg. Gemiddeld 4 op de 5 mensen met een LVB bezoekt de huisarts minimaal één keer per jaar. Bij de Nederlandse bevolking is dat gemiddeld 2 op de 3 mensen. Ook gebruiken mensen met een LVB meer medicijnen, gaan ze vaker naar een specialist en zoeken vaker psychische hulp. Door hun beperking hebben ze moeite om te begrijpen wat hen mankeert, hoe ze medicijnen moeten gebruiken of hoe ze adviezen moeten opvolgen. Zorgverleners lopen er tegenaan dat vaak niet duidelijk is dat iemand een verstandelijke beperking heeft.
Herkenning LVB en betere communicatie
Op basis van onderzoek ziet het Zorginstituut mogelijkheden voor verbeteringen. Deze zijn vooral gericht op de ‘voorkant’ van het zorgtraject in de huisartsenpraktijk. Denk bijvoorbeeld aan betere bekendheid van kennis over LVB, het gebruik van bestaande screeningsinstrumenten en het scholen van huisartsen, praktijkondersteuners (POH’s) en assistenten. Communicatie met patiënten met een LVB kan bijvoorbeeld verbeteren door aanpassing van taalgebruik en gebruik van visuele middelen.
De verbeteringen kunnen ervoor zorgen dat mensen met een LVB zich meer gehoord en begrepen voelen. Zo kunnen ze beter samen met hun huisarts beslissen wat er met hun hulpvraag moet gebeuren. Zij kunnen hun klachten tijdig laten behandelen, krijgen vaker de juiste medicatie en kunnen de behandel- en medicatie-adviezen beter opvolgen.
“Belangrijk dat je in de gaten hebt dat het soms moeilijker gaat. En je moet alerter zijn (dan bij andere patiënten), er extra bovenop zitten dat ze hun medicatie goed nemen.” (bron: Kantar onderzoek - Herkenning van LVB door Huisarts 2020)
Juist zorg op de juiste plaats in medisch en sociaal domein
Nog een belangrijke verbetermogelijkheid in het zorgtraject rond LVB is de samenwerking tussen huisartsen, artsen verstandelijk gehandicapten (AVG), GGZ-instellingen, verslavingszorg en maatschappelijke organisaties. Bijvoorbeeld dat een huisarts de medische klacht behandelt en voor passende zorg doorverwijst naar een AVG. Of dat de arts ingeval van sociale of financiële problemen doorverwijst naar het sociale wijkteam.
Goede praktijkvoorbeelden hiervan zijn onder meer een pilot in de gemeente Almelo. Hier zijn wijkcoaches bepaalde dagdelen aanwezig in de huisartsenpraktijk, zodat inwoners effectievere zorg krijgen. In Arnhem kan de huisarts patiënten naar ‘De Praktijk Arnhem’ verwijzen bij alle vragen en problemen die met een verstandelijke beperking te maken hebben. Dit is een netwerk van behandelaren, waaronder orthopedagogen, (GZ-)psychologen, artsen, therapeuten en maatschappelijk werkers uit 4 organisaties.
“Dat ik nu iemand heb met wie ik kan overleggen met kennis van zaken over LVB, dat is een enorme verbetering. Je hebt nu een maatje om te overleggen. Zonder dat je per se die patiënt hoeft te verwijzen. Dat vind ik heel fijn, je hebt een AVG in de buurt, want die was er gewoon niet.” (huisarts D.C.S.)
De verbeterafspraken in het verbetersignalement zijn opgesteld in nauwe samenwerking tussen het Zorginstituut en betrokken partijen, waaronder KansPlus, NHG, LHV, BPSW, NVAVG en NIP. De partijen gaan aan de slag met alle verbeterafspraken. Het Zorginstituut monitort de voortgang.
Goede en toegankelijke zorg voor iedereen in Nederland
De Nederlandse gezondheidszorg is een van de beste ter wereld. Iedereen betaalt eraan mee, via belastingen en de verplichte basiszorgverzekering. Het Zorginstituut waakt erover dat onze zorg goed en betaalbaar is én blijft. Dit alles om ons geld voor de zorg alleen te besteden aan waardevolle behandelingen waarvan vaststaat dat die echt werken. Deze ingewikkelde, maar noodzakelijke keuzes maken we uiteindelijk voor iedereen die in Nederland woont. Zodat iedereen ook in de toekomst toegang houdt tot goede en betaalbare zorg.