Voortgangsrapportage voorwaardelijke toelating weesgeneesmiddelen, conditionals en exceptionals (voortgangsrapportage verslagjaar 2023)

Op verzoek van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) brengt Zorginstituut Nederland jaarlijks een rapport uit over de voortgang van de lopende voorwaardelijke toelatingstrajecten. Dit rapport bevat de voortgangsrapportage van de lopende trajecten in 2023.

VT-procedure voor weesgeneesmiddelen, conditionals en exceptionals

Met de procedure voorwaardelijke toelating (VT) weesgeneesmiddelen, conditionals en exceptionals zet het Zorginstituut in op proactief pakketbeheer om passende zorg te bevorderen. Door de VT-procedure kunnen patiënten met een ernstige, vaak zeldzame ziekte in aanmerking komen voor een tijdelijke vergoeding van veelbelovende geneesmiddelen waarvan de effectiviteit nog onzeker is. Het VT-traject geeft tijd om bewijs te verzamelen voor de effectiviteit terwijl patiënten toegang hebben tot het middel. Aan het einde van een VT-traject toetst het Zorginstituut de effectiviteit op basis van het criterium ‘stand van de wetenschap en praktijk’. Pas als een medicijn of behandeling aan dit criterium voldoet, kan het in aanmerking komen voor vergoeding uit het basispakket van de zorgverzekering.

Tweede voortgangsrapportage VT-procedure

Sinds september 2021 zijn de eerste voorwaardelijke toelatingstrajecten van start gegaan. Dit rapport bevat de voortgangsrapportages van de 3 voorwaardelijke toelatingstrajecten die in 2023 gaande waren. Het gaat om 4 geneesmiddelen die de minister ten minste tot en met 31 december 2022 voorwaardelijk heeft toegelaten tot het basispakket. De stand van zaken voor deze trajecten is als volgt:

  • Het Zorginstituut heeft in juli 2023 geadviseerd om de geneesmiddelen larotrectinib (Vitrakvi®) en entrectinib (Rozlytrek®) te vergoeden uit het basispakket van de zorgverzekering. Beide geneesmiddelen worden sinds 1 september 2023 vergoed.
  • Het Zorginstituut heeft in februari 2024 geadviseerd om de 2 trajecten van rhPTH 1-84 (Natpar®) en ataluren (Translarna®) vroegtijdig te beëindigen. 

Vervolg

In 2024 jaar verwacht het Zorginstituut meerdere potentiële kandidaten te kunnen voorleggen aan de minister én te kunnen starten met nieuwe VT-trajecten. Daarnaast is het Zorginstituut bezig met de tweede evaluatie van de procedure. Die wordt halverwege 2024 aangeboden aan de minister. Begin 2025 brengt het Zorginstituut een voortgangsrapportage uit over verslagjaar 2024.