Weesgeneesmiddelenarrangement eculizumab (Soliris®) bij de indicatie myasthenia gravis

Voor eculizumab (Soliris®) bij de zeldzame aandoening myasthenia gravis (MG) hebben de gezamenlijke zorgverzekeraars in 2023 een weesgeneesmiddelenarrangement opgesteld. Het arrangement is een set afspraken met de beroepsgroep om de (kosten)effectiviteit van het middel te optimaliseren door de kwaliteit van zorg transparant te maken, de effectiviteit te optimaliseren en de kosten te reduceren. Deze set van afspraken is een voorwaarde voor toelating tot de basisverzekering.

Over myasthenia gravis

Bij myasthenia gravis (MG) richt het afweersysteem zich tegen het eigen lichaam, in dit geval tegen de stoffen die zorgen voor de prikkeloverdracht van de zenuw naar de spier. Hierdoor wordt de prikkel minder goed overgebracht en reageert de spier zwakker. Er treedt spierzwakte op, spieren raken abnormaal vermoeid en verlammingen kunnen optreden. De verschijnselen en de ernst van MG verschillen sterk per patiënt. 

Pakketbeheer weesgeneesmiddelen

Eind 2015 heeft het Zorginstituut het rapport ‘Pakketbeheer weesgeneesmiddelen’ uitgebracht. Hierin staat dat het van belang is weesgeneesmiddelen op een verantwoorde manier toe te laten tot het basispakket, als het Zorginstituut na weging van de pakketprincipes tot de conclusie komt dat het wenselijk is het middel toe te laten tot de basisverzekering. Die verantwoorde wijze hangt vaak samen met hoge kosten of een ongunstige kosteneffectiviteit. Zo waarborgen we de toegankelijkheid van weesgeneesmiddelen, bevorderen we doelmatige inzet en beheersen we de risico’s voor de basisverzekering.

Weesgeneesmiddelenarrangement

In een weesgeneesmiddelenarrangement worden afspraken gemaakt over:

  • Wie de zorg gaat leveren. Bijvoorbeeld alleen zorgverleners in een expertisecentrum.
  • Het instellen van een indicatiecommissie. Zo’n commissie geeft advies over het starten of stoppen van een behandeling met een weesgeneesmiddel bij een individuele patiënt.
  • De (door)ontwikkeling van start- en stopcriteria. In deze criteria staat beschreven in welke gevallen gestart of gestopt moet worden met de behandeling. Zodat patiënten de behandeling alleen krijgen als die bij hen werkt.
  • Het opzetten van of aansluiten bij een onafhankelijk (internationaal) register. In zo’n register wordt onder meer bijgehouden bij wie de zorg werkt en hoe de ziekte verloopt. Zo kan in de praktijk onderzoek worden gedaan naar de inzet van de weesgeneesmiddelen. Ook worden er gegevens verzameld over de (kosten)effectiviteit. En kan bijvoorbeeld de dosering worden geoptimaliseerd.
  • Evaluatie en monitoring.