Informatiebrief over de voorwaarden die gelden bij paramedische herstelzorg na COVID-19
In deze brief staat informatie over de vergoeding van paramedische herstelzorg na COVID-19. Deze zorg wordt onder voorwaarden vergoed uit het basispakket. Sommige mensen hebben tijdens hun herstel na COVID-19 (het nieuwe coronavirus) ernstige klachten of beperkingen. De huisarts of medisch specialist kan in dat geval beoordelen of iemand in aanmerking komt voor eerstelijns paramedische herstelzorg. Paramedische herstelzorg kan bestaan uit fysiotherapie, oefentherapie, ergotherapie, diëtetiek en logopedie. Deze zorg wordt tot 1 augustus 2023 onder voorwaarden vergoed uit het basispakket. Een belangrijke voorwaarde is dat patiënten meewerken aan onderzoek naar het effect van de herstelzorg.
Voorwaarden om in aanmerking te komen voor herstelzorg
Als iemand COVID-19 heeft gehad en herstelzorg nodig heeft, wordt deze zorg nu onder voorwaarden vergoed uit het basispakket. Deze tijdelijke regeling is er om mensen die COVID-19 hebben gehad snel te kunnen helpen bij hun herstel. Om in aanmerking te komen voor de herstelzorg, moet de patiënt aan een paar voorwaarden voldoen. Die voorwaarden leggen we uit in deze brief.
Meer informatie
Informatie over herstelzorg na corona en de voorwaarden die gelden is ook te vinden via:
- Het standpunt 'Paramedische herstelzorg na COVID-19'
-
Het document 'Vragen en antwoorden paramedische herstelzorg na COVID-19'
-
De video op deze pagina geeft uitleg over wat herstelzorg na corona inhoudt
Herstelzorg na corona
Mensen die corona hebben gehad en daar langdurig klachten aan overhouden kunnen in aanmerking komen voor een vergoeding uit het basispakket voor paramedische herstelzorg. Deze vergoeding geldt sinds 18 juli 2020. De zorg is bedoeld voor mensen die na corona lang lasthouden van klachten zoals kortademigheid, geheugenproblemen en verlies aan spierkracht.
Sommige mensen zijn door de ziekte opgenomen in ziekenhuizen. Maar er zijn ook mensen die in de thuissituatie ernstig en langdurig ziek zijn geweest.
Voor mensen die in het ziekenhuis opgenomen zijn geweest bepaalt de medisch specialist welke herstelzorg nodig is. Het kan dat de specialist dit vaststelt bij ontslag uit het ziekenhuis of later bij een poliklinische controle. Het kan ook zijn dat iemand in een revalidatiecentrum is opgenomen en dat de specialist daar de zorg bepaalt. Voor mensen die thuis ziek zijn geweest speelt de huisarts een belangrijke rol. Die moet vaststellen of iemand zodanig ernstige klachten en beperkingen in die herstelfase ondervindt, dat deze zorg nodig is.
De herstelzorg kan bestaan uit (een combinatie van) fysiotherapie, oefentherapie, dieetadvies ergotherapie en logopedie. De zorg moet mensen helpen om zo veel mogelijk hun levens weer op te kunnen pakken. De omvang en samenstelling van de herstelzorg kan per patiënt verschillen: van enkele ondersteunende behandelsessies tot een heel behandelprogramma van enkele maanden. De periode van behandeling geldt voor maximaal 6 maanden.
De huisarts beoordeelt na ongeveer 3 maanden op basis van een schriftelijke rapportage van de behandelaars of én hoe de zorg voortgezet moet worden.
De verwachting is dat klachten zoals spierklachten en vermoeidheidsklachten tijdens de behandeling van maximaal 6 maanden worden verholpen. Er zullen mensen zijn die na 6 maanden niet hun oorspronkelijke niveau helemaal bereiken. Verder behandelen met deze vorm van zorg is dan niet zinvol. Alleen wanneer de medisch specialist na 6 maanden vaststelt dat er sprake is van blijvende longschade of andere lichamelijke schade, kan de specialist iemand verwijzen voor nog een behandeltermijn van maximaal 6 maanden.
Het is niet zo dat je per se positief op corona getest moet zijn. Mensen die in het ziekenhuis hebben gelegen zijn in de meeste gevallen wel getest. In de thuissituatie is niet iedereen getest. In dat geval moet de huisarts goed bekijken of er sprake is van een waarschijnlijke corona-infectie, waarvan de gevolgen zo ernstig zijn, dat deze zorg nodig is.
Voorwaarde voor het krijgen van deze herstelzorg is dat patiënten bereid zijn om mee te doen aan onderzoek. De behandelgegevens die in hun dossier worden vastgelegd moeten ter beschikking worden gesteld van een onderzoeksgroep die het onderzoek uitvoert. Wanneer iemand geen toestemming geeft kan de zorg niet vergoed worden. Op termijn moet dit onderzoek de effecten van deze zorg beter vaststellen.