Criteria en procedure subsidieregeling Veelbelovende zorg

Het verkrijgen van subsidie via de subsidieregeling Veelbelovende zorg is alleen mogelijk als wordt voldaan aan de gestelde criteria. 

Update oktober 2024: subsidieregeling stopgezet

Het ministerie van VWS heeft besloten om de subsidieregeling te stoppen. Het Zorginstituut is in overleg met VWS om onderzoek naar de (kosten)effectiviteit van veelbelovende zorg te kunnen blijven stimuleren vanuit publieke middelen. Dit geldt voor zorg die nog niet wordt vergoed uit het basispakket van de zorgverzekering. Zodra er meer bekend is, deelt het Zorginstituut dit op de website.

Stap voor stap: het indienen van een subsidieaanvraag

Videospeler
00:00
00:00
00:00
Gebruik pijl omhoog/omlaag om het volume te verhogen/verlagen.

Onderwerpen subsidieregeling Veelbelovende zorg

Onderstaande zorgvormen komen in aanmerking voor de subsidieregeling Veelbelovende zorg. 

Geneeskundige zorg (incl. niet-geregistreerde ATMPs, als bedoeld in artikel 2.4 van het Besluit zorgverzekering).
Hulpmiddelenzorg (als bedoeld in artikel 2.9 van het Besluit zorgverzekering).
Toedienen van bacteriofagen.
Fysio- en oefentherapie zoals fysio- en oefentherapeuten die plegen te bieden.

Off-label toepassingen van in Nederland geregistreerde geneesmiddelen (als bedoeld in respectievelijk artikel 2.4 van het Besluit zorgverzekering en artikel 2.8 van het Besluit zorgverzekering).

NB. alleen off-label toepassingen van geregistreerde geneesmiddelen komen in aanmerking voor subsidie als:

  • het een generiek geneesmiddel betreft en de EMA/CBG meer dan 7 jaar geleden een marktautorisatie heeft verstrekt; óf 
  • het geen generiek geneesmiddel betreft én wordt toegepast bij een aandoening die in Nederland voorkomt bij maximaal 1 op de 150.000 inwoners én de EMA/CBG meer dan 7 jaar geleden een marktautorisatie heeft verstrekt.

Belangrijke informatie subsidieregeling Veelbelovende zorg

Samenwerking Zorginstituut en ZonMw

Het Zorginstituut voert de subsidieregeling Veelbelovende zorg uit in samenwerking met ZonMw. Veelbelovende zorg vervangt sinds februari 2019 de regeling Voorwaardelijke Toelating, met uitzondering van bepaalde geneesmiddelen. De Raad van Bestuur van het Zorginstituut en het bestuur van ZonMw hebben de onafhankelijke Adviescommissie veelbelovende zorg (Advezo) ingesteld voor de uitvoering van de subsidieregeling Veelbelovende zorg.

Startdatum project

Een project start op zijn vroegst op de datum dat het Zorginstituut zijn besluit naar VWS verstuurt, en niet later dan 6 maanden na deze datum. Dit betekent dat het project van start mag gaan vóór de goedkeuring van de Medisch Ethische Toetsingscommissie (METC), zodat de eerste periode (maximaal 9 maanden) van het project gebruikt kunnen worden om het onderzoek voor te bereiden. De METC moet het project uiterlijk 12 maanden na verzending van het besluit van het Zorginstituut hebben goedgekeurd.

Looptijd subsidieregeling

Een projectsubsidie wordt verleend voor maximaal 6 jaar.

Maximale budget onderzoek

Met de subsidie kunnen kosten voor zorg en onderzoek worden gefinancierd. Maximaal 20% van het aangevraagde subsidiebedrag mag besteed worden aan het uitvoeren van onderzoek. Onderzoekskosten boven die 20% moeten worden gefinancierd uit private middelen.

2 aanvraagrondes per jaar

Met de subsidieregeling Veelbelovende zorg stelt het ministerie van VWS jaarlijks maximaal € 69 miljoen beschikbaar. Bij de eerste ronde bedraagt het subsidieplafond € 40 miljoen. Als het subsidieplafond niet wordt bereikt, gaat het resterende bedrag over naar de tweede ronde van datzelfde kalenderjaar.

Patiënten voor wie zorg wordt vergoed

De zorg wordt vergoed voor patiënten die deelnemen aan het onderzoek in de interventie-arm (behandeling met de nieuwe interventie) én die een Nederlandse zorgverzekering of een ontheffing daarvoor hebben.

Zorg wordt alleen vergoed tijdens deelname aan het onderzoek

Verder wordt de zorg alleen vergoed tijdens deelname aan het onderzoek. Dit betekent onder andere dat de zorg niet wordt vergoed tijdens de data-analyse en de 6 maanden die het Zorginstituut nodig heeft voor de beoordeling van de ‘stand van de wetenschap en praktijk’ en kosteneffectiviteit.

Publicaties