“Waar we met IZA nu staan, is al een enorme stap voorwaarts"
De ondertekening van het Integraal Zorgakkoord (IZA), vrijdag 16 september 2022, onderstreept dat Passende zorg en de inhoud van het IZA waarmee de benodigde transitie in gang wordt gezet, beide kunnen rekenen op brede instemming vanuit de zorgsector. “Waar we nu staan, is al een enorme stap voorwaarts. Dat vind ik hoopgevend,” zegt bestuursvoorzitter Sjaak Wijma van Zorginstituut Nederland in een reactie. “Al is en blijft de uitdaging enorm.”
Het IZA is het resultaat van maandenlange, intensieve onderhandelingen tussen de overheid, patiëntenverenigingen, beroeps- en branchevertegenwoordigingen uit de zorg en zorgverzekeraars. Bestuursvoorzitter Wijma: “Wat er nu ligt, is een akkoord op hoofdlijnen. Voor sommige partijen zijn de waarborgen nog onvoldoende uitgewerkt om op dit moment de achterban te overtuigen. Ik heb er vertrouwen in dat minister Kuipers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en de betrokken partijen er in goed overleg snel uitkomen. Veel hangt af van de verdere uitwerking van het IZA en de bereidheid van zorgpartijen om bij de uitvoering het belang van de samenleving boven het eigen deelbelang te stellen,” aldus Wijma. “We hebben geen tijd te verliezen.”
Het scenario van op de oude voet verder gaan
De onderliggende opgave die als rode draad door het IZA loopt, is samenwerken aan één gezamenlijk doel: onze gezondheidszorg sterk en vitaal houden door in te zetten op passende zorg. Passende zorg is waardegedreven, komt samen met en rondom de patiënt tot stand, vindt plaats op de juiste plek (dichtbij als het kan, verder weg als het moet) en gaat over gezondheid in plaats van ziekte. Gebeurt er niets, dan zal de groei van de vraag naar zorg onder andere door de vergrijzing onbeheersbaar worden. Steeds meer Nederlanders zullen in de zorg moeten werken: 1 op de 4 in 2040, tegen 1 op de 6 nu. Ontwikkelingen waardoor de zorg nu al begint vast te lopen, en die uiteindelijk ook een ontwrichtende werking zullen hebben op de Nederlandse economie en samenleving.
Omvangrijke werkagenda
Centrale doelstelling van het IZA is de missie zoals verwoord in het Kader Passende zorg van het Zorginstituut: In 2040 draagt de zorg optimaal bij aan het gezond (samen)leven van alle mensen in Nederland, in het besef dat daarvoor verhoudingsgewijs niet meer mensen en middelen beschikbaar zijn dan nu en met de laagst mogelijke impact op klimaat en milieu.
Het IZA bevat een omvangrijke werkagenda voor de komende 4 jaar om de transitie naar passende zorg op gang te brengen. Belangrijke afspraken gaan over minder medicaliseren en meer focus op gezondheid, onder meer door samenwerking met het sociale domein. Regionale samenwerking wordt genoemd als belangrijke voorwaarde voor de juiste zorg op de juiste plek. En via digitalisering moet de toegankelijkheid van zorg gewaarborgd blijven en moet tegelijkertijd de druk op de zorgprofessional afnemen. Via pakketbeheer, gepast gebruik en contractering door zorgverzekeraars moet actief worden gestuurd op passende zorg. Het IZA bevat ook afspraken om de regeldruk daadwerkelijk te verminderen en het werkplezier terug te brengen in de zorg. De afspraken moeten niet alleen de toegankelijkheid van de zorg waarborgen, maar ook de zorg verduurzamen en de impact op klimaat en leefomgeving verkleinen.
IZA verstevigt pakketbeheer door Zorginstituut
Als pakketbeheerder heeft het Zorginstituut een belangrijk aandeel in de transformatie naar passende zorg. Dit is ook terug te zien in het IZA, waarin onder andere staat dat het Zorginstituut aan de slag gaat met:
1. Verbreding en verbetering van de toets op het basispakket
Allereerst wordt de rol van pakketbeheerder versterkt en verbreed, zodat alle verzekerde zorg op termijn passende zorg is. De minister van VWS komt begin 2023 met beleid om passend pakketbeheer wettelijk mogelijk te maken. Uitgangspunt voor pakketbeheer blijft dat zorg bewezen effectief is en voldoet aan het wettelijk criterium 'de stand van de wetenschap en praktijk'. Wel komen er nieuwe criteria bij, zoals het kunnen aantonen dat zorg meerwaarde heeft voor de (individuele) patiënt. Ook organisatie van zorg, duurzaamheid en arbeidsinzet kunnen gaan gelden als voorwaarden voor verzekerde zorg.
2. Verzamelen en delen Passende zorgpraktijken
Om van papier naar praktijk te komen, zijn goede, al bestaande voorbeelden van passende zorg noodzakelijk. Die vervullen een aanjaagfunctie: zorgaanbieders kunnen ze kopiëren en ze kunnen tot norm worden verheven en daarmee zorgverzekeraars houvast bieden bij het inkopen van passende zorg. Het Zorginstituut krijgt vanuit het IZA de regie bij het verzamelen, selecteren en openbaar maken van deze voorbeelden. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met zorgpartijen.
3. Uitwerking concentratie en spreiding van netwerk- en expertzorg
Zorg dicht(er)bij waar het kan, verder weg waar het moet, is een van de uitgangspunten van het IZA en moet er onder meer aan bijdragen dat het schaarse personeel in de zorg efficiënter wordt ingezet. Dit vereist afspraken, samenwerking en kennisuitwisseling tussen ziekenhuizen. Het Zorginstituut gaat deze ontwikkeling op gang helpen, door deze te faciliteren en waar nodig de regie te nemen. Hier wordt al een eerste invulling aan gegeven met de publicatie van zogeheten signalementen. Die brengen de knelpunten en gezamenlijke oplossingsrichtingen in kaart voor een aantal grote zorggebieden, zoals hart- en vaatziekten. Eind september wordt het eerste signalement uitgebracht aan de minister van VWS: Passende netwerk- en expertzorg voor mensen met kanker.
Samenhang met akkoorden voor ouderenzorg en preventie
De afspraken van het IZA gaan over de zorg die wordt vergoed uit het basispakket van de zorgverzekering (Zorgverzekeringswet). Het IZA wordt uitgevoerd in nauwe samenhang met andere programma’s: voor de ouderenzorg het Programma Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen, en Het Gezond en Actief Leven Akkoord, dat is gericht op het bevorderen van mentale en fysieke gezondheid in de samenleving.
Bestuursvoorzitter Wijma: “De fundamentele veranderingen die nodig zijn om te komen tot passende zorg zijn niet binnen een paar jaar te realiseren. Ze vragen bereidheid en betrokkenheid van de hele samenleving. Als Zorginstituut kunnen en willen wij een belangrijke bijdrage leveren aan de maatschappelijke opgaven om de zorg toegankelijk te houden.”