Onderzoeksrapport - Patiëntervaringen voorlichting en communicatie bij CVRM

Zorginstituut Nederland heeft Kantar Public gevraagd onderzoek te doen naar de ervaringen van patiënten met de informatievoorziening in het cardiovasculair risicomanagement (CVRM). Mensen met een verhoogde kans op hart- en vaatziekten en mensen die al hart- en vaatziekten hebben, krijgen CVRM om het risico daarop te beperken of herhaling te voorkomen. Dit rapport bevat de resultaten. Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van passende zorg voor mensen met hart- en vaatziekten.

Doel onderzoek

Doel van het onderzoek is om inzicht te krijgen in de voorlichting en communicatie over leefstijlaanpassing en medicatie in het CVRM in de praktijk. Hoe ervaren mensen die? En zien zij mogelijkheden voor verbetering? De volgende onderzoeksvragen stonden centraal:

  1. Wat krijgen patiënten in het zorgtraject CVRM in de praktijk aan leefstijladviezen en informatie en begeleiding om die te realiseren? Sluit dit aan bij hun behoefte?
  2. Welke informatie ontvangen patiënten in het zorgtraject CVRM over de behandeling met cholesterolverlagende en overige medicatie? Sluit die aan bij hun behoefte?
  3. Hoe ervaren patiënten in het zorgtraject CVRM de communicatie over deze onderdelen en de gezamenlijke besluitvorming daarover?

Resultaten onderzoek

In het onderzoek hebben ruim 1200 mensen een vragenlijst ingevuld. Daarna hebben 12 van hen een diepte-interview gedaan. De belangrijkste conclusies van het onderzoek zijn:

  • De meeste deelnemers zijn positief over de hoeveelheid en de begrijpelijkheid van de informatie die zij kregen.  
  • Niet alle deelnemers met een verhoogde kans hebben leefstijladvies gekregen. Vooral mensen met een licht of matig verhoogde kans geven dit aan.
  • Mensen met een licht tot matig verhoogde kans krijgen vaker medicijnen voorgeschreven dan de richtlijn aangeeft.
  • Samen beslissen over de behandeling gebeurt nog niet altijd. Deelnemers zijn over het algemeen tevreden met het gesprek over de behandeling. Maar het blijkt dat informatie over eventuele nadelen van een behandeling en andere behandelopties niet worden besproken. Sommige deelnemers hebben het gevoel dat zorgverleners te veel volgens standaardprotocollen werken, zonder aandacht voor de voorkeuren van mensen.
  • 8 op de 10 deelnemers geeft aan ze regelmatig bij hun zorgverlener moeten langskomen voor controle van bloeddruk en cholesterol. Bij een kwart van de deelnemers vraagt hun zorgverlener nooit naar therapietrouw.

Verder komt uit de gesprekken naar voren dat mensen zich ‘veilig’ voelen door de regelmatige controles bij een zorgverlener en het zo goed mogelijk opvolgen van medicijnvoorschriften en leefstijladviezen. Opvallend in het onderzoek is dat deelnemers zelf hun kans op hart- en vaatziekten of herhaling daarvan veel lager inschatten dan hun risicoprofiel aangeeft.