Looptraining voorkomt operatie bij vaatziekte ‘etalagebenen’
Oefentherapie onder begeleiding van een fysiotherapeut is succesvol als eerste stap in de behandeling van zogeheten etalagebenen, een vaatziekte die zich kenmerkt door veel pijn in de benen. Dankzij deze ‘gesuperviseerde looptraining’ daalt het aantal patiënten dat uiteindelijk een dotterbehandeling of operatieve ingreep nodig heeft.
Eindevaluatie Perifeer Arterieel Vaatlijden (PAV)
In het rapport ‘Eindevaluatie Perifeer Arterieel Vaatlijden’ concludeert Zorginstituut Nederland dat zorgverleners en patiëntenverenigingen er goed in zijn geslaagd passender zorg te bieden aan mensen met etalagebenen. De standaardbehandeling bij etalagebenen was altijd doorverwijzing door de huisarts naar de vaatchirurg voor behandeling. In 2016 hebben zorgverleners, patiëntenverenigingen en zorgverzekeraars onder leiding van het Zorginstituut vastgesteld dat een chirurgische ingreep meestal niet de best passende behandeling voor de patiënt is. Dit heeft tot meerdere verbeterafspraken geleid op basis waarvan de zorg de afgelopen jaren anders is georganiseerd.
Merendeel nieuwe patiënten krijgt looptraining
De huisarts is nu de regisseur die de diagnose stelt en vervolgens de zorg aan patiënten coördineert. Daarbij is gesuperviseerde looptraining de eerste stap. Nu wordt pas een chirurgische ingreep overwogen als de looptraining geen effect oplevert. Inmiddels krijgt 86% van alle nieuwe patiënten gesuperviseerde looptraining, het streven is 95%. Het inzetten van looptraining als eerste behandelstap leidt tot een significante vermindering van het aantal operaties, en daarmee tot een besparing van bijna 31 miljoen euro per jaar. Gesuperviseerde looptraining is sinds begin 2017 verzekerde zorg.
‘Het is een leerproces geweest’
“Een mooi voorbeeld van een doelmatigheidstraject in de zorg en een prachtige samenwerking”, reageert Anco Vahl, vaatchirurg en vertegenwoordiger van de Nederlandse Vereniging voor Vaatchirurgie (NVvV). “Het is een leerproces geweest. Nog maar kort geleden dachten we dat de patiënt het meest geholpen was met een operatieve interventie. Een quick fix: snel en goed. Nu weten we dat we door mensen in beweging te brengen, bij 8 op de 10 patiënten een dotterbehandeling of operatieve ingreep kunnen voorkomen. Die mensen horen niet thuis in het ziekenhuis. Overigens denken veel patiënten daar in eerste instantie anders over, die willen toch die quick fix. Goede communicatie en voorlichting door de huisarts zijn daarom ontzettend belangrijk.”
Ongezonde leefstijl en erfelijke aanleg
Perifeer arterieel vaatlijden (PAV of claudicatio intermittens) ontstaat door slagaderverkalking in de slagaders naar de benen. Deze vaatvernauwing veroorzaakt pijn bij het lopen. Veel mensen met PAV verhullen hun pijn bij het lopen door steeds even stil te staan voor winkeletalages. De ziekte wordt om die reden aangeduid als ‘etalagebenen’. In Nederland hebben naar schatting 85.000 mensen last van etalagebenen. Het merendeel van deze groep (70 tot 80%) heeft last van inspanningsklachten. Bij 10 tot 20% van de mensen verergeren de klachten binnen 5 jaar. Van hen ontwikkelt 5 tot 10% dermate problemen dat lopen bijna onmogelijk wordt. PAV doet zich meestal voor vanaf 40 jaar. Ongezonde leefstijl, zoals roken, en erfelijke aanleg voor hart- en vaatziekten zijn risicofactoren, naast hoge bloeddruk en een hoog cholesterolgehalte in het bloed.
Goede en toegankelijke zorg voor alle Nederlanders
De Nederlandse gezondheidszorg is een van de beste ter wereld. Iedereen betaalt eraan mee, via belastingen en de verplichte basiszorgverzekering. Het Zorginstituut waakt er namens overheid over dat onze zorg goed en betaalbaar is én blijft. Dit alles om ons geld voor de zorg alleen te besteden aan waardevolle behandelingen waarvan vaststaat dat die echt werken. Deze ingewikkelde, maar noodzakelijke keuzes maken we uiteindelijk voor en namens 17 miljoen Nederlanders. Zodat iedereen ook in de toekomst toegang houdt tot goede en betaalbare zorg.