Standpunt Tolkvoorziening voor anderstaligen in de geneeskundige geestelijke gezondheidszorg
Het Zorginstituut heeft op verzoek van de minister voor Medische Zorg getoetst of tolkkosten voor de behandeling van vluchtelingen met complexe (langdurige) psychotraumaklachten kunnen worden vergoed uit het basispakket. Hierbij is gekeken of de inzet van een tolk gezien kan worden als een zelfstandige prestatie in de zin van de Zorgverzekeringswet (Zvw) waarop verzekerden aanspraak kunnen maken. Dit is niet het geval. Het betreft namelijk geen zorg zoals medisch specialisten (in dit geval de psychiater) en klinisch psychologen die plegen te bieden zoals beschreven staat in de wet.
Het Zorginstituut merkt echter wel op dat ondanks dat de tolkvoorziening geen zelfstandige prestatie in de Zvw is, deze in sommige gevallen wel randvoorwaardelijk kan zijn aan het leveren van goede zorg.
Aanleiding voor het innemen van een standpunt
In 2012 heeft de regering de Landelijke subsidieregeling tolk- en vertaaldiensten in de gezondheidszorg afgeschaft. De impact van dit besluit was groot. GGZ-instellingen weigeren steeds meer anderstaligen te behandelen, omdat zij de kosten voor een tolk niet kunnen opbrengen. Een gevolg hiervan is dat getraumatiseerde vluchtelingen niet of onvoldoende worden behandeld en er extreme wachtlijsten zijn ontstaan bij instellingen die nog wel willen behandelen. Deze instellingen kunnen zich de alsmaar oplopende tolkkosten niet langer permitteren en zien zich gedwongen het behandelaanbod aan deze doelgroep te stoppen.
Partijen in de GGZ hebben de wens uitgesproken voor een landelijke oplossing voor het probleem rond de tolkvoorziening voor anderstaligen, naar analogie van de tolk gebarentaal. Bij de tolk gebarentaal kan een toeslag in rekening worden gebracht.
Conclusie Zorginstituut
Het Zorginstituut heeft moeten concluderen dat een tolkvoorziening geen zelfstandige prestatie in de zin van de Zorgverzekeringswet is waarop verzekerden aanspraak kunnen maken. Het gaat namelijk niet om zorg zoals medisch specialisten (in dit geval de psychiater) en klinisch psychologen die plegen te bieden zoals beschreven staat in artikel 2.4 van het Besluit zorgverzekering.
Het Zorginstituut merkt echter wel op dat ondanks dat de tolkvoorziening geen zelfstandige prestatie in de Zvw is, deze in sommige gevallen wel randvoorwaardelijk kan zijn voor het leveren van goede zorg.
Verlenen van goede zorg
Op grond van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) en de Wet op de geneeskundige behandelovereenkomst (WGBO), dienen zorgverleners goede zorg te verlenen, waarbij zij handelen in overeenstemming met de op hen rustende verantwoordelijkheid die voortvloeien uit de professionele standaard. Voor het leveren van kwalitatief goede zorg zou de zorgverlener en de patiënt goed met elkaar moeten kunnen communiceren in een voor beiden begrijpelijke taal. Als het inschakelen van een tolk noodzakelijk is om goede zorg te verlenen, zal met de noodzakelijke kosten daarvan rekening gehouden moeten worden bij de bekostiging. Dit is echter een bekostigingsvraagstuk, wat onder de verantwoording van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) valt.
Bekostiging van een tolk bij een behandeling
De NZa heeft aangegeven dat er op dit moment al een oplossing is voor de bekostiging. Zorgaanbieders kunnen afspraken maken met de verzekeraar, door gebruik te maken van het max-max tarief (opslag van 10% op het maximum tarief). Er is op dit moment te weinig informatie om te kunnen zeggen of deze oplossing toereikend is en of er werkelijk sprake is van een bekostigingsprobleem. Wel kan de NZa deze problematiek meenemen in de ontwikkeling van het Zorgprestatiemodel dat naar verwachting per 2022 wordt ingevoerd.
In de afgelopen jaren zijn de NZa en partijen tot de gezamenlijke conclusie gekomen dat de huidige bekostiging niet langer geschikt is om de GGZ op een toekomstbestendige manier te bekostigen. Op welke wijze de toeslagen – zoals de toeslag tolk gebarentaal – in het nieuwe model precies vorm zullen gaan krijgen is nog onduidelijk.
Reactie van partijen
Tijdens de consultatie hebben partijen hun twijfels geuit rond de door de NZa aangedragen kortetermijnoplossing via de max-max tarieven. Partijen pleiten voor een toereikende bekostiging van de tolkvoorziening, ook voor de periode tot aan invoering van het Zorgprestatiemodel. Het Zorginstituut kan zich voorstellen dat de voorgestelde korte termijn oplossing mogelijk niet ideaal is, maar deze oplossing is wel het snelst toepasbaar. Andere oplossingen zoals het instellen van een beschikbaarheidsbijdrage of het maken van een aparte prestatie in de huidige bekostigingssystematiek zijn volgens de NZa niet mogelijk respectievelijk niet wenselijk. Afgezien van de vraag of de herinvoering van een subsidieregeling wenselijk is, is dit evenmin een korte termijn oplossing.
Kwaliteitsstandaard ‘Taalbarrières in de Zorg en het Sociaal Domein’
De minister heeft het Zorginstituut in zijn duidingsverzoek gevraagd in te gaan op de in 2014 ontwikkelde ‘Kwaliteitsnorm tolkgebruik bij anderstaligen in de zorg’. Het doel van deze kwaliteitsnorm is de zorgverlener in staat te stellen een zorgvuldige afweging te maken over de inzet van professionele tolken in de zorg. De Kwaliteitsnorm is (nog) niet opgenomen in het Register van het Zorginstituut. Daarnaast zijn nog weinig zorgverleners op de hoogte van deze kwaliteitsnorm.
Onder aanvoering van de Johannes Wier Stichting stuurden Patiëntenfederatie Nederland, KNMG, Pharos, CNV Zorg en Welzijn en tientallen hoogleraren eind 2019 een petitie naar de Kwaliteitsraad van het Zorginstituut. In de petitie staat dat partijen een realistische en doelmatige oplossing willen voor de communicatie met patiënten die de Nederlandse taal niet optimaal beheersen. Ze pleiten er voor dat zorgverleners, patiënten en verzekeraars gezamenlijk een Kwaliteitsstandaard ‘Taalbarrières in de Zorg en het Sociaal Domein’ opstellen. Het Zorginstituut vindt dit een goede ontwikkeling en moedigt partijen aan hiermee aan de slag te gaan.
Februari 2021: Op dit moment verkennen wij samen met de Johannes Wier Stichting hoe het Zorginstituut de totstandkoming van de nieuwe kwaliteitsstandaard kan ondersteunen.