Standpunt 'Toepassing van de Dubbelblinde Placebogecontroleerde Voedselprovocatietest bij een vermoeden van koemelkallergie in de 1e lijn'
In dit standpunt concludeert Zorginstituut Nederland dat toepassing van de Dubbelblinde Placebogecontroleerde Voedselprovocatietest (DBPGVP) in de 1e lijn, bij verdenking op koemelkallergie bij baby’s en kinderen, onder de te verzekeren zorg valt van de Zorgverzekeringswet (Zvw). Vanaf 1 januari 2015 wordt deze zorg vergoed uit het basispakket. In het standpunt adviseren we ook om koemelkvrije voeding alleen te vergoeden bij een positieve DBPGVP.
Mogelijke koemelkallergie bij baby’s en kinderen
Baby’s en kinderen met een koemelkallergie krijgen een allergische reactie bij het gebruik van koemelk, met verschillende klachten als gevolg. Baby’s met een verdenking op koemelkallergie uit de hoog risicogroep worden direct doorgestuurd naar de 2e lijn voor een Dubbelblinde Placebogecontroleerde Voedselprovocatietest (DBPGVP).
Bij baby’s uit de laag risicogroep is een Open Voedsel Provocatietest (OVP) in de 1e lijn de gebruikelijk methode om een koemelkallergie vast te stellen. De OVP geeft een hoog risico op fout-positieve uitslagen. Als gevolg hiervan krijgen veel baby’s en kinderen koemelkvrije voeding die eigenlijk niet nodig is.
Het Zorginstituut heeft onderzocht of de DBPGVP ook bij de laag risicogroep bij een vermoeden van koemelkallergie vanuit de 1e lijn gedaan kan worden.
Betere behandeling
Uit recent literatuuronderzoek blijkt dat de diagnose koemelkallergie het meest betrouwbaar kan worden vastgesteld met de DBPGVP. Gezien het feit dat de alternatieve test (OVP) resulteert in veel fout-positieve diagnoses kunnen we er vanuit gaan dat met de DBPGVP een betere behandeling kan worden ingesteld. In het standpunt adviseren we koemelkvrije voeding alleen te vergoeden bij een positieve DBPGVP. Deze zorg kan ook geleverd worden door de 1e lijn.
Wij concluderen dat toepassing van de DBPGVP bij koemelkallergie in de 1e lijn voldoet aan de juiste criteria. Dit betekent dat behalve kinderartsen en huisartsen ook de jeugdarts de zorg mag leveren. Er moet wel aan een aantal randvoorwaarden voldaan worden.
Evaluatie van het standpunt
Implementatie van DBPGVP in de 1e lijn gaat in eerste instantie gepaard met hogere kosten. Maar aangezien baby’s en kinderen de koemelkvrije voeding alleen krijgen wanneer de test uitwijst dat ze ook daadwerkelijk een koemelkallergie hebben, zal dit op den duur tot lagere kosten leiden. Het Zorginstituut zal de komende jaren de invoering van dit standpunt volgen en evalueren.