Rapport - Evaluatie standpunt Thermale ablatie van colorectale levermetastasen
Zorginstituut Nederland heeft de toepassing geëvalueerd van het standpunt Thermale ablatie bij colorectale levermetastasen, volgens de afspraken in het standpunt en het bijbehorende waarborgendocument. In deze evaluatie oordeelt het Zorginstituut onder andere dat de volumenormen vaak niet worden gehaald. In het rapport staan vervolgacties benoemd om dit te verbeteren.
Aanleiding: Zorginstituut evalueert standpunten met afspraken over gepast gebruik
Het Zorginstituut evalueert alle standpunten met afspraken over gepast gebruik. We volgen of de afspraken nageleefd worden en sturen bij waar nodig. Hiermee dragen we bij aan de beweging naar passende zorg.
Samenvatting: volumenormen vaak niet gehaald
Deze evaluatie gaat over het standpunt Thermale ablatie bij colectorale levermetastasen dat het Zorginstituut in 2017 uitbracht. Thermale ablatie is een behandeling waarbij tumorweefsel wordt vernietigd door op bepaalde plekken hitte toe te dienen. Deze behandeling wordt uitgevoerd voor de behandeling van colorectale levermetastasen, een bepaalde vorm van leverkanker. De evaluatie van het standpunt laat het volgende zien:
- Het aantal patiënten dat wordt behandeld, komt overeen met de verwachting, maar de uitgaven zijn hoger. Dit komt met name door de gestegen kosten van thermale ablatie.
- Thermale ablatie wordt breder toegepast dan staat beschreven in het standpunt. Dit komt door de doorontwikkeling van de techniek, waardoor thermale ablatie vaker de voorkeur krijgt dan chirurgie.
- De volumenormen worden bij een groot deel van de instellingen niet gehaald. Ongeveer 50% van de instellingen heeft tussen 2019 en 2021 de volumenorm niet gehaald van 20 thermale ablaties bij levertumoren. Ruim 20% van de instellingen heeft de volumenorm van 20 lever- of galwegresecties per jaar niet gehaald.
Vervolgacties en nieuwe evaluatie
Het Zorginstituut heeft samen met veldpartijen vervolgacties opgesteld om het behalen van de volumenormen te verbeteren. Het Zorginstituut evalueert deze acties in een volgende evaluatie in 2025.