Het vertalingsproces van veldnormen naar normen voor toezicht en de beoordeling van handhaafbaarheid
Hoe maak je van een veldnorm een goede norm voor toezicht en handhaving? Dat is de kernvraag van dit onderzoek, uitgevoerd in opdracht van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) en Zorginstituut Nederland. Het onderzoek is gedaan binnen de Academische Werkplaats Toezicht (AWT), met financiering vanuit het programma Effectief Toezicht en het Addendum Kwaliteitsinstituut van ZonMw.
Doel van het onderzoek
Het onderzoek bekijkt welke mogelijkheden er zijn om tot een uniforme methode te komen. Een methode voor de vertaling van veldnormen naar normen voor toezicht en handhaving. Recente ontwikkelingen die de IGZ voor een uitdaging stellen zijn in dit onderzoek meegenomen. Zoals de toename van open normen en meer netwerkgericht toezicht. IGZ-inspecteurs kunnen de adviezen uit dit onderzoek gebruiken bij hun beoordeling of ‘vertaalde’ toezichtsnormen ook geschikt zijn voor handhaving. En ontwikkelaars van kwaliteitsstandaarden kunnen de adviezen gebruiken om hun kwaliteitsstandaarden helder en ondubbelzinnig te maken.
Aanleiding en achtergrond
De IGZ houdt toezicht op de kwaliteit en veiligheid van zorg in Nederland. Hieronder vallen ook preventie en medische producten. Voor toetsing in de praktijk neemt de IGZ in principe bestaande kwaliteitsstandaarden als uitgangspunt. Dit zijn afspraken over wat goede zorg is, beschreven en vastgelegd door veldpartijen. In het ideale geval bevat een kwaliteitsstandaard ook normen voor toezicht en handhaving. Daar wordt naar gevraagd om een kwaliteitsstandaard op te nemen in het Register van Zorginstituut Nederland. Maar dit is niet bij alle kwaliteitsstandaarden het geval. Iedere zorgsector heeft z’n eigen dynamiek en problematiek. Er bestaat nog geen ‘beste recept’ om veldnormen te vertalen naar normen voor toezicht en handhaving. Op basis waarvan kan de IGZ dan handhaven, een van de wettelijke taken?
Opbouw van het rapport
Het onderzoek beschrijft eerst hoe het vertalingsproces van veldnormen naar toezichtsnormen nu gaat. In hoeverre werken IGZ en veldpartijen daarbij samen? Welk perspectief is voor ieder van hen afzonderlijk van belang? Waar raakt dat elkaar, en wat zijn de effecten in de zorgpraktijk? Daarna wordt gekeken of ook patiënten meer bij toezichtontwikkeling betrokken kunnen worden. Zij dragen vaak ook al bij aan het opstellen van kwaliteitsstandaarden. Dus waarom dan niet ook aan de doorontwikkeling naar normen voor toezicht en handhaving? Na deze inventarisaties besluit het rapport met ‘adviezen voor handhaafbaarheid’ en een ‘handreiking toezichtontwikkeling’ voor IGZ-inspecteurs. Daarin staan concrete aanknopingspunten om te beoordelen wanneer ‘vertaalde’ toezichtsnormen ook geschikt zijn voor handhaving.