Randvoorwaarden voor afspraken tussen partijen over voorwaardelijke toelating van zorg tot het basispakket
Zorg wordt alleen vergoed vanuit het basispakket, als het ten minste even effectief is als de gebruikelijke zorg in Nederland. Sinds 1 januari 2012 kan de minister voor Medische Zorg en Sport besluiten om zorg die nog niet bewezen effectief is toch, tijdelijk toe te laten tot het basispakket. De minister stelt daaraan de voorwaarde dat in de periode van de tijdelijke toelating gegevens worden verzameld over de effectiviteit en de kosteneffectiviteit van de zorg.
Onderstaand document beschrijft de randvoorwaarden voor de afspraken tussen de betrokken partijen. Deze liggen zowel op inhoudelijk, communicatief als procesmatig gebied. Dit kader maakt onderdeel uit van het beleid voor voorwaardelijke toelating. Het Zorginstituut bevordert de totstandkoming van deze afspraken.
Afspraken over voorwaarden bij tijdelijke toelating tot het basispakket
Het instrument Voorwaardelijke Toelating (VT) is in 2012 geïntroduceerd. Om het voorwaardelijke traject te laten slagen, is het van belang dat de betrokken partijen (onderzoekers, zorgverleners, beroepsgroepen, patiëntenorganisaties en fabrikanten) voorafgaand aan een VT-traject afspraken maken. Het betreft zowel afspraken over de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan voordat de interventie voorwaardelijk kan worden toegelaten. Als afspraken met betrekking tot de situatie dat de interventie na afloop van de voorwaardelijke toelatingsperiode niet het basispakket instroomt. Het maken van deze afspraken verduidelijkt voor alle betrokken partijen hoe het traject eruit gaat zien en welke inspanningen en resultaten van een ieder worden gevraagd tijdens en na afloop van het traject. Uit de afspraken moet onder meer blijken dat de partijen zich committeren aan het traject en zich ervan bewust zijn dat er op verschillende momenten in en na afloop van het traject een negatieve pakketbeslissing kan worden genomen.