Pakketadvies sluisgeneesmiddel evinacumab (Evkeeza®) voor de behandeling van een zeldzame vorm van verhoogd cholesterolgehalte
Zorginstituut Nederland heeft de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) geadviseerd om het medicijn evinacumab (Evkeeza®) na succesvolle prijsonderhandelingen te vergoeden uit het basispakket van de zorgverzekering. Evinacumab kan worden gebruikt bij de behandeling van bepaalde patiënten met homozygote familiale hypercholesterolemie (HoFH). De aanleiding voor dit advies was de plaatsing van het middel in de ‘sluis voor dure geneesmiddelen’. De minister heeft het advies inmiddels overgenomen.
Update april 2024: evinacumab (Evkeeza®) vergoed per 11 april 2024 voor patiënten van 12 jaar en ouder
De minister voor Medische Zorg heeft besloten om evinacumab (Evkeeza®) vanaf 11 april 2024 te vergoeden voor de behandeling van patiënten van 12 jaar en ouder met homozygote familiale hypercholesterolemie (HoFH). Het gaat om patiënten bij wie het cholesterol onvoldoende daalt, ondanks optimaal gebruik van LDL-C-behandelingen. Er is een financieel arrangement met de fabrikant gesloten voor de behandeling van genoemde patiënten. De financiële afspraken lopen tot en met 31 december 2026.
Lees het vergoedingsbesluit in de Staatcourant.
Aandoening waarvoor vergoeding is aangevraagd
Evinacumab kan worden gebruikt bij de behandeling van volwassen en adolescente patiënten vanaf 12 jaar met HoFH. HoFH is een zeldzame genetische aandoening waarbij patiënten een sterk verhoogd low density-lipoproteïne cholesterol (LDL-C) hebben in het bloed. LDL-C is een eiwit dat cholesterol vervoert in het bloed en ervoor zorgt dat het cholesterol wordt afgezet aan de wanden van bloedvaten.
Langdurig een te hoog cholesterol in het bloed kan leiden tot hart- en vaatziekten, zoals een hartinfarct, hartkramp, een beroerte, een transient ischaemic attack (TIA) of etalagebenen. Patiënten met HoFH hebben een zodanig hoog LDL-cholesterolgehalte dat ze al op jonge leeftijd aderverkalking krijgen en mogelijk vroegtijdig overlijden.
Advies van het Zorginstituut
Het Zorginstituut adviseert de minister om evinacumab voor de genoemde aandoening na prijsonderhandelingen te vergoeden uit het basispakket. We concluderen dat evinacumab bij de behandeling van de genoemde zeldzame vorm van verhoogd cholesterolgehalte voldoet aan de 'stand van de wetenschap en praktijk'. Dat betekent dat de behandeling effectief is. De prijs mag niet hoger zijn dan die van de bestaande behandeling met lomitapide.
Sluis voor dure geneesmiddelen
De minister heeft evinacumab voor deze indicatie in de 'sluis voor dure geneesmiddelen' geplaatst. Een medicijn in deze sluis komt pas voor vergoeding uit het basispakket in aanmerking als:
- er een positief pakketadvies van het Zorginstituut is;
- er afspraken en waarborgen zijn voor gepast gebruik;
- er succesvol met de fabrikant over prijsverlaging is onderhandeld.
Kijk voor meer uitleg op de pagina ‘Sluis voor dure geneesmiddelen’.
De Wetenschappelijke Adviesraad (WAR) adviseert het Zorginstituut het Zorginstituut bij het uitbrengen van een pakketadvies. De uiteindelijke beslissing over wel of geen vergoeding uit het basispakket ligt bij de minister.
Bekijk het filmpje voor meer uitleg over hoe wij de beoordeling van geneesmiddelen aanpakken.
Iedereen in Nederland betaalt mee aan de gezondheidszorg. Zorginstituut Nederland waakt erover dat die zorg goed én betaalbaar blijft.
Komt er bijvoorbeeld een nieuw medicijn op de markt, dan beoordelen wij of het vergoed moet worden uit het basispakket. We geven daarover advies aan de minister voor Medische Zorg.
Die beoordeling gaat zo:
Als een medicijn is goedgekeurd kan de fabrikant een aanvraag bij ons doen voor toelating tot het basispakket. Zodra we alle informatie en wetenschappelijke onderzoeken hebben ontvangen, gaan we aan de slag.
We beantwoorden vragen als:
- Hoe ernstig is de ziekte?
- Hoe goed werkt het medicijn?
- Bij welke groep patiënten?
- En, wat kost het ten opzichte van wat het oplevert voor de patiënt?
Als er al een medicijn voor de ziekte is, dan vergelijken we ze met elkaar.
Soms blijkt tijdens de beoordeling dat er onzekerheid is over hoe lang de ziekte wegblijft. Of dat het niet bij alle patiënten lijkt te werken. We adviseren dan over wie het medicijn moet krijgen.
Soms is het medicijn heel duur. Vergoeding hiervan kan dan ten koste gaan van zorg voor andere patiënten. We adviseren dan om over de prijs te onderhandelen.
Bij de beoordeling betrekken we patiëntenorganisaties, dokters en zorgverzekeraars. En we krijgen advies van twee onafhankelijke commissies:
de Wetenschappelijke Adviesraad en de Adviescommissie Pakket.
We wegen alle feiten en onzekerheden tegen elkaar af in ons advies. De minister besluit uiteindelijk of het medicijn vergoed wordt uit het basispakket.
Zo besteden we het geld voor de zorg, waar iedereen aan meebetaalt, aan goede medicijnen die het geld waard zijn.