Pakketadvies sluisgeneesmiddel zanubrutinib (Brukinsa®) voor de behandeling van chronische lymfatische leukemie (CLL)

Zorginstituut Nederland heeft de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) geadviseerd om zanubrutinib (Brukinsa®) na succesvolle prijsonderhandelingen te vergoeden uit het basispakket van de zorgverzekering. Dit medicijn kan worden gebruikt bij de behandeling van volwassen patiënten met chronische lymfatische leukemie (CLL). Dit is een vorm van bloedkanker. De aanleiding voor dit advies was de plaatsing van het middel de ‘sluis voor dure geneesmiddelen’. De minister heeft inmiddels met de leverancier onderhandeld over een prijsverlaging. Maar het is niet gelukt om tot een akkoord te komen. Dat betekent dat het medicijn niet in het basispakket van de zorgverzekering komt.

Update september 2024: zanubrutinib voorlopig niet in het basispakket voor bepaalde patiënten met CLL

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft de Tweede Kamer in september 2024 geïnformeerd dat zanubrutinib (Brukinsa®) voorlopig in de sluis blijft staan. Dat betekent dat het medicijn niet in het basispakket van de zorgverzekering komt. De minister heeft met de leverancier onderhandeld over een prijsverlaging. Maar het is niet gelukt om tot een akkoord te komen. 

Lees de kamerbrief van 3 september 2024.

Aandoening waarvoor vergoeding is aangevraagd

Zanubrutinib kan worden toegepast bij de behandeling van volwassen patiënten met CLL. CLL is een vorm van bloedkanker. Het is de meest voorkomende vorm van leukemie. Bij CLL hopen kwaadaardige witte bloedcellen, de B-lymfocyten, zich op in het lichaam. Dit kan klachten geven. CLL is een chronische ziekte, wat betekent dat de ziekte bijna nooit weg gaat. Wel kunnen mensen er vaak vele jaren tot decennia mee leven. De ziekte wordt pas behandeld als de patiënt klachten krijgt.

Advies van het Zorginstituut

Het Zorginstituut adviseert de minister van VWS om zanubrutinib na prijsonderhandelingen te vergoeden uit het basispakket voor de genoemde aandoening. De prijsonderhandelingen met de registratiehouder moeten ervoor zorgen dat de nettoprijs van zanubrutinib niet hoger is dan de laagste nettoprijs van een van de al bestaande behandelingen: ibrutinib of acalabrutinib.

Sluis voor dure geneesmiddelen

De minister heeft zanubrutinib voor deze indicatie in de 'sluis voor dure geneesmiddelen' geplaatst. Een medicijn in deze sluis komt pas voor vergoeding uit het basispakket in aanmerking als:

  • er een positief pakketadvies van het Zorginstituut is;
  • er succesvol met de fabrikant over prijsverlaging is onderhandeld.

Kijk voor meer uitleg op de pagina ‘Sluis voor dure geneesmiddelen’.

De Wetenschappelijke Adviesraad (WAR) adviseert het Zorginstituut bij het uitbrengen van een pakketadvies. De uiteindelijke beslissing over wel of geen vergoeding uit het basispakket ligt bij de minister.

Bekijk het filmpje voor meer uitleg over hoe wij de beoordeling van geneesmiddelen aanpakken.

Iedereen in Nederland betaalt mee aan de gezondheidszorg. Zorginstituut Nederland waakt erover dat die zorg goed én betaalbaar blijft.

Komt er bijvoorbeeld een nieuw medicijn op de markt, dan beoordelen wij of het vergoed moet worden uit het basispakket. We geven daarover advies aan de minister voor Medische Zorg.

Die beoordeling gaat zo:
Als een medicijn is goedgekeurd kan de fabrikant een aanvraag bij ons doen voor toelating tot het basispakket. Zodra we alle informatie en wetenschappelijke onderzoeken hebben ontvangen, gaan we aan de slag.
We beantwoorden vragen als:

  • Hoe ernstig is de ziekte?
  • Hoe goed werkt het medicijn?
  • Bij welke groep patiënten?
  • En, wat kost het ten opzichte van wat het oplevert voor de patiënt?

Als er al een medicijn voor de ziekte is, dan vergelijken we ze met elkaar.

Soms blijkt tijdens de beoordeling dat er onzekerheid is over hoe lang de ziekte wegblijft. Of dat het niet bij alle patiënten lijkt te werken. We adviseren dan over wie het medicijn moet krijgen.
Soms is het medicijn heel duur. Vergoeding hiervan kan dan ten koste gaan van zorg voor andere patiënten. We adviseren dan om over de prijs te onderhandelen.

Bij de beoordeling betrekken we patiëntenorganisaties, dokters en zorgverzekeraars. En we krijgen advies van twee onafhankelijke commissies:
de Wetenschappelijke Adviesraad en de Adviescommissie Pakket.

We wegen alle feiten en onzekerheden tegen elkaar af in ons advies. De minister besluit uiteindelijk of het medicijn vergoed wordt uit het basispakket.

Zo besteden we het geld voor de zorg, waar iedereen aan meebetaalt, aan goede medicijnen die het geld waard zijn.