GVS-advies fostamatinib (Tavlesse®) voor de behandeling van chronische immuun trombocytopenie (ITP)
Zorginstituut Nederland heeft beoordeeld of fostamatinib (Tavlesse®) opgenomen kan worden in het Geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). Dit medicijn kan worden gebruikt voor de behandeling van bepaalde patiënten met chronische immuun trombocytopenie (ITP). Dit is de medische term voor ziekte waarbij te weinig bloedplaatjes aangemaakt worden. Het Zorginstituut adviseert de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) om fostamatinib op te nemen in het GVS op bijlage 1B.
Aandoening waarbij het middel kan worden toegepast
Fostamatinib is beschikbaar als filmomhulde tablet van 100 mg dat 126,2 mg fostamatinib dinatriumhexahydraat bevat. De aanbevolen aanvangsdosis fostamatinib is 100 mg tweemaal daags. De dosis kan worden verhoogd tot een maximale dosis van 150 mg tweemaal daags.
Het betreft de behandeling van patiënten met chronische immuun trombocytopenie (ITP), bij wie andere behandelingen niet hebben geholpen.
Advies van het Zorginstituut
Het Zorginstituut adviseert de minister van VWS om fostamatinib op te nemen in het GVS op bijlage 1B, omdat het medicijn meerwaarde heeft voor ITP-patiënten in vergelijking met de standaardbehandeling.
Geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS)
Fostamatinib is een extramuraal geneesmiddel. Extramurale geneesmiddelen zijn medicijnen voor thuisgebruik die op recept van een arts verkrijgbaar zijn bij de apotheek. Ze worden alleen vergoed uit het basispakket van de zorgverzekering als ze in het GVS staan.
Kijk voor meer uitleg over het GVS en de bijlagen 1A, 1B en 2 op de pagina ‘Vergoeding van extramurale geneesmiddelen (GVS)’.
Beoordeling Zorginstituut en besluit minister
De Wetenschappelijke Adviesraad (WAR) adviseert het Zorginstituut bij de beoordeling. Op basis van de beoordeling stuurt het Zorginstituut een advies aan de minister van VWS. De minister neemt de uiteindelijke beslissing om het medicijn wel of niet te vergoeden uit het basispakket van de zorgverzekering.
Bekijk het filmpje voor meer uitleg over hoe wij de beoordeling van geneesmiddelen aanpakken.
Iedereen in Nederland betaalt mee aan de gezondheidszorg. Zorginstituut Nederland waakt erover dat die zorg goed én betaalbaar blijft.
Komt er bijvoorbeeld een nieuw medicijn op de markt, dan beoordelen wij of het vergoed moet worden uit het basispakket. We geven daarover advies aan de minister voor Medische Zorg.
Die beoordeling gaat zo:
Als een medicijn is goedgekeurd kan de fabrikant een aanvraag bij ons doen voor toelating tot het basispakket. Zodra we alle informatie en wetenschappelijke onderzoeken hebben ontvangen, gaan we aan de slag.
We beantwoorden vragen als:
- Hoe ernstig is de ziekte?
- Hoe goed werkt het medicijn?
- Bij welke groep patiënten?
- En, wat kost het ten opzichte van wat het oplevert voor de patiënt?
Als er al een medicijn voor de ziekte is, dan vergelijken we ze met elkaar.
Soms blijkt tijdens de beoordeling dat er onzekerheid is over hoe lang de ziekte wegblijft. Of dat het niet bij alle patiënten lijkt te werken. We adviseren dan over wie het medicijn moet krijgen.
Soms is het medicijn heel duur. Vergoeding hiervan kan dan ten koste gaan van zorg voor andere patiënten. We adviseren dan om over de prijs te onderhandelen.
Bij de beoordeling betrekken we patiëntenorganisaties, dokters en zorgverzekeraars. En we krijgen advies van twee onafhankelijke commissies:
de Wetenschappelijke Adviesraad en de Adviescommissie Pakket.
We wegen alle feiten en onzekerheden tegen elkaar af in ons advies. De minister besluit uiteindelijk of het medicijn vergoed wordt uit het basispakket.
Zo besteden we het geld voor de zorg, waar iedereen aan meebetaalt, aan goede medicijnen die het geld waard zijn.