Zorginstituut Nederland heeft beoordeeld of uitbreiding mogelijk is van de bijlage 2-voorwaarden voor vergoeding van het geneesmiddel dabigatran etexilaat (Pradaxa®). Dabigatran is al met bepaalde vergoedingsvoorwaarden opgenomen in het Geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). Het geneesmiddel kan worden gebruikt bij het voorkomen van bepaalde vormen van trombose. Het Zorginstituut adviseert de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) de bijlage 2-voorwaarden voor het middel uit te breiden.

Indicatie waarvoor vergoeding is aangevraagd

Dabigatran (Pradaxa) is op dit moment al opgenomen in het GVS met nadere voorwaarden, de zogeheten bijlage 2-voorwaarden. Het middel kan worden gebruikt bij het voorkomen van bepaalde vormen van trombose.

De geregistreerde indicatie van dabigatran is uitgebreid met een toepassing bij kinderen. Het gaat om de volgende uitbreiding:

  • behandeling van trombo-embolische voorvallen (VTE) en preventie van recidiverende VTE bij pediatrische patiënten vanaf de geboorte tot jonger dan 18 jaar.

De registratiehouder heeft gevraagd om vergoeding voor kinderen ouder dan 8 jaar, die op dit middel zijn aangewezen voor de behandeling van veneuze trombo-embolie (VTE) en het voorkomen van terugkerende VTE.

Advies van het Zorginstituut

Het Zorginstituut adviseert de minister van VWS de bijlage 2-voorwaarden voor dabigatran uit te breiden voorpatiënten van 8 tot 18 jaar die op dit geneesmiddel zijn aangewezen voor de behandeling van veneuze trombo-embolie (VTE) en preventie van recidief VTE.

Geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS)

Dabigatran (Pradaxa) is een extramuraal geneesmiddel. Extramurale geneesmiddelen zijn medicijnen voor thuisgebruik, die op recept van een arts verkrijgbaar zijn bij de apotheek. Ze worden alleen vergoed uit het basispakket van de zorgverzekering als ze in het GVS staan. De hoogte van de vergoeding hangt af van de lijst waarop ze staan. Onderling vervangbare geneesmiddelen worden geclusterd op bijlage 1A. Hiervoor kan een vergoedingslimiet gelden. Unieke geneesmiddelen komen op bijlage 1B. Hiervoor geldt geen vergoedingslimiet. Er kunnen ook nadere voorwaarden gelden voor vergoeding. Dan komt een medicijn ook op bijlage 2.

De Wetenschappelijke Adviesraad (WAR) adviseert het Zorginstituut het Zorginstituut bij de beoordeling. Op basis van de beoordeling stuurt het Zorginstituut een advies aan de minister van VWS. De minister neemt de uiteindelijke beslissing om het medicijn wel of niet te vergoeden uit het basispakket van de zorgverzekering.

Bekijk het filmpje voor meer uitleg over hoe wij de beoordeling van geneesmiddelen aanpakken.

0:00
0:00
/
0:00