GVS-advies fampridine (Fampyra®) bij de behandeling van multiple sclerose (MS)
Het Zorginstituut (voorheen CVZ) adviseert de minister van VWS om fampridine (Fampyra®) niet op te nemen in het Geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS).
Fampridine is geïndiceerd voor volwassen met multiple sclerose (EDSS 4-7) ter verbetering van het lopen. Het Zorginstituut is van mening dat het middel een therapeutische minderwaarde heeft ten opzichte van oefentherapie of fysiotherapie. Daarnaast heeft het een therapeutisch gelijke waarde als de apotheekbereiding van fampridine (=4-AP). Er is op basis daarvan geen bewezen plaats voor fampridine in de therapie, niet voor fampridine mga en ook niet voor fampridine als apotheekbereiding (=4-AP).
Voorwaardelijke toelating tot het basispakket
In 2016 heeft de minister van VWS besloten dat fampidrine voorwaardelijk wordt toegelaten tot het basispakket. Voorwaardelijke toelating is voor veelbelovende zorgvormen waarvan de effectiviteit nog niet bewezen is.
De toelating loopt tot 1 april 2018. De voorwaarde is dat patiënten deelnemen aan een onderzoek naar de (kosten)effectiviteit van fampidrine. Na deze periode wordt gekeken of er genoeg bewijs is voor de effectiviteit om het middel definitief wel of niet toe te laten tot het basispakket.
Herbeoordeling in 2018: fampridine geen verzekerde zorg
Het Zorginstituut heeft een herbeoordeling uitgevoerd voor het middel fampridine (Fampyra®) bij bij de behandeling van multiple sclerose (MS). Het Zorginstituut concludeert dat fampridine geen plaats verdient in het verzekerde pakket. Het is niet bewezen beter dan de gebruikelijke behandeling in Nederland, maar wel duurder (in vakjargon: fampridine heeft therapeutische minderwaarde t.o.v. de gebruikelijke behandeling). In zo’n geval geeft het Zorginstituut een negatief advies.
Dit betekent dat na 1 april 2018 geen aanspraak meer bestaat op vergoeding van fampridine.
GVS-advies herbeoordeling fampridine (Fampyra®) bij multiple sclerose (MS) - 1 maart 2018