Implantaatgedragen gebitsprothesen
Vanuit de Zorgverzekeringswet kunnen verzekerden recht hebben op een implantaatgedragen gebitsprothese (een kunstgebit dat met kunstwortels vastzit in de kaak). De kosten voor deze prothesen zijn sinds 2004 bijna vertienvoudigd. Het Zorginstituut besloot daarom in 2013 onderzoek te laten uitvoeren. Via dit onderzoek wilde het Zorginstituut erachter komen waarom de kosten zo flink gestegen waren. En welke maatregelen konden zorgen voor ‘gepast gebruik’ van deze zorg. De uitkomsten van dit onderzoek leidden in 2014 tot een advies aan de minister van VWS om onder meer de eigen bijdrage aan te passen.
Wijziging regelgeving
Voor alle zorg rondom gebitsprothesen, adviseren we een eigen bijdrage van 10 procent in rekening te brengen. Een uitzondering hierop is de zorg rondom implantaatgedragen gebitsprothesen in de bovenkaak. Hiervoor adviseren we een eigen bijdrage van 8 procent. Voor reparaties en rebasings adviseren we een eigen bijdrage van 10 procent. Rebasen betekent het opvullen van een kunstgebit, zodat dit weer beter past. Daarnaast adviseert het Zorginstituut om de aanspraak op een implantaatgedragen gebitsprothese buiten de bijzondere tandheelkunde te regelen. De aanspraak op implantaten blijft onder de bijzondere tandheelkunde vallen.
Alle maatregelen
De aanpassing van de eigen bijdrage is slechts 1 van de maatregelen die we adviseren. Uit het onderzoek blijkt dat er meer maatregelen zijn die de zorg rond implantaatgedragen gebitsprothesen kan verbeteren en dat de betrokken partijen hierachter staan. Het gaat om maatregelen voor de volgende onderdelen:
- het opstellen van een zorginhoudelijke richtlijn, voor de aanscherping van de indicatiestelling (het vaststellen van de behandeling door de tandarts);
- de diagnostiek (het vaststellen van de aandoening), indicatiestelling en behandeling van implantaatgedragen prothesen in de bovenkaak centraal laten doen;
- het vaststellen waar de regie en verantwoordelijkheid van de gehele behandeling moeten liggen;
- het onderbouwen van het honorarium (de vergoeding) van de zorgverlener;
- de maximale grens afspreken van materiaal- en techniekkosten;
- de aanpassing van de eigen bijdrage.
Het invoeren van alle maatregelen uit het rapport levert een verwachte besparing op van minimaal € 10 miljoen.
Maatregelen uitwerken
Samen met de belanghebbende partijen zijn afspraken gemaakt om deze maatregelen uit te werken. De partijen die nu aan de maatregelen werken, zijn:
- Associatie Nederlandse Tandartsen (ANT)
- Centraal Overleg BIJzondere Tandheelkunde (Cobijt)
- Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde (KNMT)
- Patiëntenfederatie Nederland
- Nederlandse Vereniging Mondhygiënisten (NVM)
- Nederlandse Vereniging voor Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie (NVMKA)
- Nederlandse Vereniging voor Orale Implantologie (NVOI)
- Organisatie van Nederlandse Tandprothetici (ONT)
- Zorgverzekeraars Nederland (ZN)