Zorgkosten basispakket en langdurige zorg stijgen in 2024 door hoge inflatie

De kosten van het basispakket van de zorgverzekering stijgen in 2024 met 7,4% en die van de langdurige zorg met 9,0%. Dat is meer dan gebruikelijk en komt vooral door de hoge inflatie die doorwerkt in prijs- en loonstijgingen in de zorg. Dat blijkt uit de cijfers over het eerste kwartaal van 2024 van Zorginstituut Nederland. Daarnaast stijgen met name de kosten voor huisartsenzorg, wijkverpleging en het volledig pakket thuis.

De foto toont een wijkverpleegkundige die het been van een patiënt inzwachtelt, thuis bij die persoon in de huiskamer.
Beeld: ©ANP

Prognose kostenontwikkeling zorg in 2024

De cijfers over het eerste kwartaal vormen de basis voor een raming van de kostenontwikkeling in de zorg voor heel 2024. Hieruit blijkt dat de kosten van het basispakket van de zorgverzekering met 7,4% stijgen naar € 58,7 miljard. De kosten van de langdurige zorg stijgen met 9,0% naar een totaal van € 36,4 miljard. Analyse van de cijfers geeft zicht op een aantal ontwikkelingen.

Wijkverpleging: meer complexe zorg

De kosten van de wijkverpleging stijgen dit jaar naar schatting met 6,1% naar € 3,3 miljard. Hoewel de groei nog achterblijft bij de verwachting van het Integraal Zorgakkoord (IZA) is dit opvallend, omdat jarenlang sprake was van een dalende trend. Een deel van de kostenstijging houdt verband met de cao-afspraken voor verplegend en verzorgend personeel. Daarnaast heeft de stijging te maken met de 4% groei van het aantal 75-plussers. Dat leidt tot meer behoefte aan ouderenzorg, terwijl tegelijkertijd het tekort aan wijkverpleegkundigen groeit. Urgente zorg krijgt daarom voorrang. Hierdoor wordt in verhouding meer hulp verleend in de complexe zorg en ouderenzorg. Deze kosten stijgen daardoor sneller dan de kosten voor andere vormen van zorg.

Huisartsen- en multidisciplinaire zorg verder omhoog

De huisartsen- en multidisciplinaire zorg stijgt met 10%, net als vorig jaar. Dat komt deels door passende-zorginitiatieven als ‘Meer Tijd Voor de Patiënt’, die voortkomen uit het IZA. Huisartsen kunnen meer tijd voor de patiënt inzetten door anders te gaan werken in de praktijk.

Volledig pakket thuis blijft stijgen

Het volledig pakket thuis (vpt), waarbij je thuis de zorg krijgt die je in een zorginstelling zou krijgen, heeft een steeds groter aandeel in de zorgkosten. Sinds 2022 is het aantal cliënten met een vpt gestegen met 45%. Het aantal cliënten dat de zorg ontvangt in bijvoorbeeld een verpleeghuis is juist maar met zo’n 4% gestegen. Waarschijnlijk heeft dit te maken met het programma Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen (WOZO). Dat gaat over het anders organiseren van zorg voor ouderen met een indicatie verpleging en verzorging. Voor een deel van deze mensen blijkt thuis blijven wonen bijvoorbeeld een goede optie, als de juiste ondersteuning er is.

Het Zorginstituut concludeert overigens in een recent rapport dat het niet mogelijk is om op basis van objectieve criteria een scherp onderscheid te maken voor wie het verpleeghuis wél en voor wie níét de meest passende plek is om zorg te krijgen. Dat hangt af van verschillende factoren, zoals de zorgbehoefte van de oudere, de sociale context, het netwerk en de woning zelf.

Instroom ggz-wonen neemt af

Een effect van een gezamenlijke aanpak zien we ook in de afname van het aantal ggz-cliënten in de Wlz. Uit cijfers van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) blijkt dat het aantal nieuwe cliënten afneemt, van gemiddeld 236 mensen per maand in 2023 naar gemiddeld 135 per maand in 2024 (tot en met maart). Dit houdt verband met de ‘Bestuurlijke afspraken: passende zorg en ondersteuning voor mensen met een psychische aandoening en een langdurige, intensieve zorgvraag’. Betrokken partijen zijn hierin overeengekomen om samen regionaal scherper te kijken naar passende zorg en ondersteuning voor deze cliënten. Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat langer beschermd wonen of intensieve ambulante begeleiding passender is dan zorg vanuit de Wlz. Aanleiding voor de afspraken was de onverwacht hoge instroom, de vraag of zorg in de Wlz de best passende zorg is voor ggz-cliënten en hoe de Wlz-zorg houdbaar kan blijven. Het Zorginstituut monitort of de afname tot uiting komt in de declaratiedata.

Zorgcijfersdatabank

Het Zorginstituut verzamelt en analyseert de kosten in de zorg. Ieder kwartaal publiceren we op de website Zorgcijfersdatabank de voorlopige cijfers over de kostenontwikkelingen in de zorg. Dit doen we voor de Zorgverzekeringswet en de Wet langdurige zorg. Deze cijfers helpen de overheid en verschillende organisaties in de zorg bij het ontwikkelen en evalueren van beleid. Zodat zij beter kunnen sturen op passende zorg.