De Adviescommissie Pakket verwelkomt 2 nieuwe leden
Stephanie Klein Nagelvoort en Pieter van Baal zijn voor 4 jaar benoemd tot lid van de Adviescommissie Pakket (ACP), het adviesorgaan van Zorginstituut Nederland op het gebied van het basispakket van de zorgverzekering.
De 2 nieuwe leden voorgesteld
Stephanie Klein Nagelvoort heeft een loopbaan in de medische sector van meer dan 25 jaar en is momenteel vice-voorzitter van de RvB van het UMCG en hoogleraar ‘Zorg van de toekomst’. Stephanie is ervan overtuigd dat het uitgangspunt van passende zorg van groot belang is voor het streven naar een zorgsysteem dat iedereen van goede zorg voorziet. Zij kijkt ernaar uit om in de ACP een weloverwogen balans te zoeken tussen de belangen van patiënten, de zorgsector en de maatschappij als geheel, en hierover overtuigend te communiceren. Stephanie volgt Carina Hilders op in de ACP per 1 oktober 2023.
Pieter van Baal is hoogleraar economie van de publieke gezondheid aan de Erasmus School of Health Policy & Management (ESHPM). Hij doet onder andere onderzoek naar de methodologie van kosteneffectiviteitsanalyses, de economische aspecten van het ouder worden, het voorspellen van de gezondheid van de populatie en de uitgaven aan gezondheidszorg en naar sociaaleconomische gezondheidsverschillen. Pieter wil graag bijdragen aan het debat over vergoeding van nieuwe medische technologie en het versterken van de economische argumentatie van de ACP om zo bij te dragen aan een betaalbare, efficiënte en doelmatige zorg voor iedere Nederlander. Pieter volgt Marcel Canoy op in de ACP per 1 september 2023.
Het Zorginstituut is zeer verheugd met deze benoemingen: "Wij wensen hen veel succes en zien uit naar hun bijdragen aan deze mooie en belangrijke commissie."
De Adviescommissie Pakket: maatschappelijke afwegingen
De ACP adviseert de Raad van Bestuur (RvB) van het Zorginstituut over voorgenomen pakketadviezen. Zij toetst deze adviezen aan de 4 pakketcriteria (effectiviteit, kosteneffectiviteit, noodzakelijkheid en uitvoerbaarheid) en kijkt of de uitkomsten daarvan maatschappelijk wenselijk zijn. Daarbij kijkt zij zowel naar de belangen van de patiënten die in aanmerking komen voor vergoeding van een bepaalde interventie. Als naar de belangen van patiënten met andere aandoeningen (die ook graag willen dat de behandeling van hun aandoening wordt vergoed) én naar het belang van alle premiebetalers. De commissie doet dit vanuit het principe dat de basisverzekering maximale gezondheidswinst dient op te leveren voor de gehele bevolking.
Om hier een uitspraak over te kunnen doen, hanteert de commissie zogenaamde referentiewaarden voor de kosteneffectiviteit. Deze referentiewaarden moeten worden opgevat als maximale bedragen die we als samenleving per gewonnen levensjaar willen investeren in een behandeling. Gaan we daarboven zitten, dan is er sprake van verdringing van andere zorg. Dat betekent dat voor hetzelfde bedrag meer gezondheidswinst kan worden verkregen door het aan andere behandelingen uit te geven. Er moeten dus hele goede redenen zijn om een kosteneffectiviteit gelijk aan de referentiewaarde of zelfs meer dan de referentiewaarde te accepteren.