Zorginstituut: nieuw onderzoek nodig naar effectiviteit liposuctie bij lipoedeem
Liposuctie kan als behandeling van lipoedeem niet worden vergoed uit de basisverzekering. Dat schrijft Zorginstituut Nederland in het standpunt Liposuctie met tumescente lokale anesthesie en vibrerende micro canules bij patiënten met lipoedeem. Het beschikbare wetenschappelijke onderzoek toont de effectiviteit van de behandeling niet aan, waardoor liposuctie niet toegelaten kan worden tot het basispakket.
Aandoening met een grote ziektelast
Lipoedeem is een aandoening waarbij er sprake is van een abnormale verdeling van vetweefsel over het lichaam. Lipoedeem komt het meeste voor bij vrouwen. De meest voorkomende klachten zijn hevige pijn, overgevoeligheid bij aanraking en het snel ontwikkelen van blauwe plekken. De vetophopingen beperken de bewegingsvrijheid. Liposuctie met tumescente lokale anesthesie (LTA) is een operatietechniek, waarbij overtollig vet wordt verwijderd onder lokale verdoving. De behandeling is erop gericht om het functioneren en kwaliteit van leven van de patiënt te verbeteren.
Bewijskracht van zeer lage kwaliteit
Zorg wordt via de basisverzekering vergoed als door onderzoek het wetenschappelijke bewijs is geleverd dat de zorg werkt voor patiënten. Voor LTA als behandeling van lipoedeem is dit bewijs er niet. Daarmee voldoet deze zorg niet aan de voorwaarde voor toelating tot het basispakket. De afgelopen jaren heeft het Zorginstituut al in meerdere geschillen tussen zorgverleners, patiënten en zorgverzekeraars een negatieve uitspraak gedaan over toelating tot het basispakket. Bij de nieuwe beoordeling zijn 5 recente studies meegenomen. Het gaat om zogeheten observationele studies, waarbij patiënten met voor- en nametingen worden gevolgd. Het Zorginstituut concludeert dat de bewijskracht van de studies voor alle uitkomstmaten van ‘zeer lage kwaliteit’ is. Dit betekent dat de effecten van LTA op vermindering van pijnklachten en verbetering van kwaliteit van leven zeer onzeker zijn. Op basis van het beschikbare onderzoek is niet vast te stellen dat de ingreep het functioneren van patiënten verbetert en (daarmee) bijdraagt aan hun kwaliteit van leven.
Advies om nieuw onderzoek op te zetten
Op basis van de pathofysiologie van de aandoening en het werkingsmechanisme van LTA is het aannemelijk dat deze behandeling de klachten positief kan beïnvloeden. Wij adviseren de betrokken beroeps- en patiëntenverenigingen om nieuw onderzoek van goede kwaliteit uit te voeren zodat een conclusie over de meerwaarde van deze interventie voor patiënten kan worden getrokken. Joeri Gilissen, voorzitter van patiëntenvereniging NLNet: “Dit is een bittere pil voor vrouwen die door lipoedeem beperkt worden in het functioneren en voor wie de bestaande niet-chirurgische behandelingen geen of onvoldoende resultaat bieden. Op basis van de vraag naar wetenschappelijk bewijs en de geldende beoordelingsmethodiek, kunnen we het niet oneens zijn met het Zorginstituut, maar bij vrouwen met lipoedeem die liposuctie ondergaan, zien we dat het werkt. We gaan daarom zeker niet stilzitten. Samen met onze Expertgroep Lipoedeem, waarin verschillende professionals en ervaringsdeskundigen zijn vertegenwoordigd, bekijken we de mogelijkheden om op korte termijn nieuw onderzoek van goede kwaliteit op te zetten.”
Andere landen worstelen ook met bewijsvoering
Ons standpunt is in lijn met internationale standpunten die ook aangeven dat de effectiviteit van liposuctie niet is aangetoond. In de Verenigde Staten heeft een zorgverzekeraar beoordeeld dat deze behandeling nog experimenteel is. In Duitsland loopt een studie om te onderzoeken of de behandeling breed kan worden ingezet bij patiënten met lipoedeem. Naar verwachting wordt de studie in de zomer van 2025 afgerond. In Engeland wordt de behandeling momenteel beoordeeld.