Maagzuurremmer bij maagklachten vaak onnodige zorg
Zo’n 2,8 miljoen Nederlanders met maagklachten slikken sterke maagzuurremmers op recept. Volgens Zorginstituut Nederland worden deze zogeheten protonpompremmers (PPI’s) vaak onterecht voorgeschreven. Veel patiënten slikken deze maagzuurremmers langdurig, terwijl chronisch gebruik de kans op gezondheidsrisico’s vergroot. In het ‘Zinnige Zorg Verbetersignalement Maagklachten’, schrijft het Zorginstituut dat herziening en betere navolging van behandelrichtlijnen en goede informatie voor patiënten noodzakelijk zijn om passende zorg bij maagklachten te kunnen bieden.
Het Zorginstituut stelt in het Verbetersignalement Maagklachten dat naast overbehandeling ook overdiagnostiek plaatsvindt: een aanzienlijk deel van de mensen met maagklachten krijgt onnodig een kijkonderzoek van de maag (gastroscopie). Het terugdringen van overdiagnostiek en overbehandeling bij maagklachten kan volgens het Zorginstituut een besparing van € 19 miljoen per jaar opleveren.
Onnodige zorg en kosten in beeld
Samen met 8 beroepsgroepen van zorgverleners, patiëntenorganisaties Prikkelbare Darm Syndroom Belangenvereniging en Maag Lever Darm Stichting, en Zorgverzekeraars Nederland heeft het Zorginstituut onderzocht of de zorg voor mensen met maagklachten in lijn is met de richtlijnen en of er sprake is van onnodige zorg en kosten. Het verbetersignalement dat op donderdag 26 augustus is gepubliceerd, laat zien dat op meerdere onderdelen in het behandeltraject verbeteringen nodig zijn.
Veel Nederlanders met maagklachten
Jaarlijks komen zo’n 800.000 mensen (2019) bij de huisarts met maagklachten. Meestal zijn die relatief onschuldig en kunnen ze met leefstijladviezen van de huisarts worden verholpen. Pas als dat niet werkt, schrijft de huisarts medicatie voor. Volgens de richtlijn moet worden gestart met milde maagzuurremmers. Uit het verbetersignalement komen sterke aanwijzingen dat een groot deel van de patiënten direct start met PPI’s, de sterkste variant. In 2018 slikten 2,8 miljoen Nederlanders PPI’s. Bij veel patiënten is sprake van chronisch gebruik, wat tot gezondheidsrisico’s leidt. Onder meer een hogere kans op botbreuken, chronische nierschade en vitaminetekorten.
Overdiagnostiek kijkonderzoeken
De meest voorkomende aandoeningen zijn gastro-oesofageale refluxziekte (aandoening met klachten van brandend maagzuur en zure oprispingen) en functionele dyspepsie (chronische bovenbuikklachten). Bij mensen zonder ernstige symptomen of jonger dan 50 jaar, is een kijkonderzoek (gastroscopie) volgens de richtlijn meestal niet nodig, maar huisartsen kiezen er desondanks vaak voor deze aan te vragen. Ook in het ziekenhuis is sprake van overdiagnostiek met kijkonderzoeken. Patiënten worden ook niet altijd door hun arts betrokken bij het besluit een kijkonderzoek te doen.
Set afspraken voor zinnige zorg
Verouderde behandelrichtlijnen, het niet volgen van richtlijnen en het ontbreken van goede patiënteninformatie zijn volgens het Zorginstituut de voornaamste oorzaken voor de waargenomen overdiagnostiek en overbehandeling bij maagklachten. In samenwerking met alle betrokken partijen zijn verbeterafspraken gemaakt. Die moeten de komende jaren onder meer leiden tot verbeterde richtlijnen, het beter op elkaar aansluiten van de huisartsen- en medisch specialistische zorg en ook de samenwerking met apothekers verbeteren. Daarnaast moet meer en betere informatie in de spreekkamer en op websites ervoor zorgen dat patiënten het gesprek met hun arts over hun behandeling goed kunnen voeren. Daarmee ontstaat meer passende zorg en wordt onnodige zorg voorkomen. Het Zorginstituut gaat de voortgang van de verbeterafspraken monitoren.
Goede en toegankelijke zorg voor alle Nederlanders
De Nederlandse gezondheidszorg is een van de beste ter wereld. Iedereen betaalt eraan mee, via belastingen en de verplichte basiszorgverzekering. Het Zorginstituut waakt erover dat onze zorg goed en betaalbaar is én blijft. Dit alles om ons geld voor de zorg alleen te besteden aan waardevolle behandelingen waarvan vaststaat dat die echt werken. Deze ingewikkelde, maar noodzakelijke keuzes maken we uiteindelijk voor en namens 17 miljoen Nederlanders. Zodat iedereen ook in de toekomst toegang houdt tot goede en betaalbare zorg.