Zicht op betere kwaliteit in de spoedzorgketen
Het Kwaliteitskader Spoedzorgketen is kort geleden door het Landelijk Netwerk Acute Zorg (LNAZ), namens de 11 bij de spoedzorgketen betrokken partijen (AZN, FMS, InEen, LNAZ, NFU, NHG, NVSHA, NVZ, PFN, V&VN en ZN) aangeboden aan het Zorginstituut. Aan de totstandkoming is een uitgebreid regionaal traject voorafgegaan: op basis van diverse ingangsklachten is samen met direct betrokken zorgverleners, zorgverzekeraars en patiëntvertegenwoordigers, het pad van burgers met een acute zorgvraag door de spoedzorgketen als uitgangspunt genomen. Omdat er 2 normen zijn waarover partijen geen overeenstemming hebben bereikt (de expertise van de arts op de SEH en de geriatrische expertise op de SEH), kan het Zorginstituut het kwaliteitskader nog niet inschrijven in het Register en zal daarom gebruik maken van de wettelijke bevoegdheid om doorzettingsmacht in te zetten om de 2 normen nader in te vullen en definitief vast te stellen.
Normen en aanbevelingen voor betere zorg
In het algemeen is de acute zorg in Nederland goed geregeld. Maar de kwaliteit van de spoedzorg in Nederland kan nog beter. Bijvoorbeeld door een betere informatieoverdracht in de keten en een adequate opvang van complexe patiënten.
Het nu ontwikkelde kwaliteitskader beschrijft de minimale vereisten voor de (regionale) organisatie van spoedzorg. Het bevat circa 100 bestaande en nieuwe normen en aanbevelingen voor de verschillende stappen in de spoedzorgketen: melding, triage, zorgcoördinatie, diagnostiek en behandeling, coördinatie en uitstroom. Aan de formulering van het kwaliteitskader en het daarbij horende implementatie- en onderhoudsplan liggen 22 regionale bijeenkomsten ten grondslag, die zowel in dicht- als dunbevolkte gebieden door het hele land met direct betrokkenen hebben plaatsgevonden.
De partijen zijn het eens over de knelpunten die goede kwaliteit van spoedzorg in de weg staan. Ook zijn ze het eens over de belangrijkste uitgangspunten en ambities:
- Het perspectief van de patiënt staat voorop.
- Een patiënt met een acute zorgvraag moet zo snel mogelijk op de juiste plek in de spoedzorgketen terecht komen: dichtbij huis als het kan, maar verder weg als dat beter is voor de patiënt.
-
De organisatie van de spoedzorg volgt uit dat wat nodig is om de patiënt goede zorg te bieden.
Expertise op de Spoedeisende Hulp (SEH)
Ondanks dat het overgrote deel van de in het kwaliteitskader opgenomen normen e aanbevelingen door alle partijen wordt onderschreven, is op 2 normen geen overeenstemming bereikt met 2 van de 11 partijen, te weten de FMS en V&VN. Het gaat om:
a. de norm inzake expertise van de arts op de SEH: de FMS kan zich als enige partij niet vinden in een norm uitgedrukt in ervaringsjaren en wil alleen competenties genormeerd zien.
b. de norm inzake geriatrische expertise op de SEH: de FMS heeft steeds gepleit voor geriatrische expertise op het niveau van een medisch-specialist i.p.v. een verpleegkundig specialist. Begin 2019 heeft V&VN zich bij het standpunt van de FMS aangesloten.
Het Zorginstituut heeft aan de Kwaliteitsraad gevraagd om te onderzoeken op welke wijze deze normen geformuleerd moeten worden en vervolgens de betreffende 2 normen vast te stellen, zodat het Kwaliteitskader alsnog kan worden ingeschreven in het Register.