Autologe vettransplantatie (lipofilling) voor meer aandoeningen in basispakket
De behandeling met autologe vettransplantatie – AFT of lipofilling - kan onder voorwaarden deel uitmaken van het basispakket bij defecten aan het hoofd- en/of halsgebied, HIV-geassocieerde lipoatrofie (vetverlies in onder meer het gezicht) en fibrose (verlittekening). Dit staat in het standpunt over autologe vettransplantatie bij deze en andere indicaties, dat het Zorginstituut recent heeft vastgesteld.
Effectief en verzekerd
AFT, of lipofilling, is een operatietechniek waarbij met liposuctie vetcellen uit het eigen lichaam worden gehaald, en vervolgens worden geïnjecteerd in gebieden van dezelfde persoon waar een tekort is aan vetweefsel.
De conclusie van het Zorginstituut is dat AFT effectief is en deel kan uitmaken van het basispakket bij de volgende indicaties:
- gedeeltelijke defecten van het hoofd-halsgebied als gevolg van de volgende zeldzame, aangeboren aandoeningen: Parry-Romberg Syndroom, lokale (lineaire) sclerodermie, craniofaciale microsomie en Treacher Collins Syndroom;
- gedeeltelijke defecten van hoofd-halsgebied in geval van de volgende niet-aangeboren aandoeningen: enucleatie (als onderdeel van de orbitareconstructie (oogkasreconstructie na oogverwijdering) en aangezichtsatrofie (afname van weefsel in het gezicht) door verlamming;
- HIV-geassocieerde lipoatrofie (vetverlies in het gezicht en billen door een bijwerking van een aantal ‘oude’ HIV-remmers);
- fibrose (verlittekening) als gevolg van trauma, brandwonden, chirurgische ingrepen of radiotherapie.
Bij deze indicaties wordt AFT alleen uit de basisverzekering vergoed als ook is voldaan aan de voorwaarden die gelden voor plastisch-chirurgische behandelingen. Dat houdt in dat behandelingen die uitsluitend zijn bedoeld om het uiterlijk te verfraaien, en dus een cosmetisch doel hebben, uitgesloten zijn van de basisverzekering.
Niet verzekerd
Het Zorginstituut concludeert dat AFT niet effectief is en dus niet behoort tot het basispakket bij:
- de volgende aandoeningen aan de hand: Morbus Dupuytren (bindweefselverhardingen), Fenomeen van Raynaud (verkleuringen van vingers), aangeboren handafwijkingen, carpaaltunnelsyndroom (beknelling van de middelste handzenuw in de pols) en osteoartritis (een vorm van artrose);
- chronische wonden en ulcera (uitwendige ontsteking van de huid).
AFT bij gedeeltelijke borstreconstructie eerder beoordeeld
Eind 2016 oordeelde het Zorginstituut al dat de behandeling met AFT van gedeeltelijke defecten aan de borst onder voorwaarden deel kan uitmaken van het basispakket. Vooral voor vrouwen die een borstsparende operatie of gedeeltelijke borstamputatie wegens borstkanker hebben ondergaan, is AFT een mooie aanvulling op de bestaande behandelingen.