Zicht op nog betere kwaliteit geboortezorg
Er is zicht op nog betere kwaliteit in de geboortezorg, want er is grotendeels overeenstemming over waar goede zorg voor moeder en kind aan moet voldoen. De Adviescommissie Kwaliteit (ACK) van Zorginstituut Nederland gaat vóór 1 juni een waar nodig aangepaste tekst van de Zorgstandaard Integrale Geboortezorg voorleggen aan alle betrokken beroepsgroepen. Het Zorginstituut zal de standaard vervolgens vóór 1 juli 2016 vaststellen.
Partijen grotendeels eens
De Zorgstandaard zou al voor 1 januari 2016 aan het Zorginstituut aangeboden worden, maar die termijn is niet gehaald omdat partijen die bij de zorg rondom de geboorte betrokken zijn het nog niet eens werden over een aantal begrippen en interpretaties in de standaard. Omdat betrokken partijen het wel grotendeels eens zijn over de inhoudelijke en organisatorische aspecten gaat het Zorginstituut er van uit dat een eventueel aangepaste zorgstandaard binnenkort toch vastgesteld kan worden.
College Perinatale Zorg
Het College Perinatale Zorg (CPZ), een landelijk college waarin alle veldpartijen die te maken hebben met de geboortezorg in Nederland samenwerken, heeft op 20 april jl. de Zorgstandaard Integrale Geboortezorg aan het Zorginstituut overgedragen. Een zorgstandaard is een verzamelnaam voor richtlijnen, zorgmodules en zorgstandaarden die betrekking hebben op het gehele zorgproces of een deel van een specifiek zorgproces (in dit geval geboortezorg), en die vastleggen wat goede zorg is.
De afgelopen maanden is de tekst van de standaard, zoals die door alle partijen in de werkgroep van het CPZ was goedgekeurd, toegestuurd aan de betrokken beroepsorganisaties ter autorisatie. Nog niet alle organisaties hebben de standaard echter willen autoriseren.
Zorginstituut neemt regie over
In het belang van goede geboortezorg neemt het Zorginstituut de regie over de zorgstandaard nu over. Het Zorginstituut heeft de wettelijke bevoegdheid om de regie over te nemen: de zogenaamde doorzettingsmacht. Dit is soms nodig als verschillende betrokken zorgverleners (onderling), zorgverzekeraars en/of patiënten er niet in slagen het samen (tripartiet) eens te worden over een standaard.