Linaclotide onder strikte voorwaarden verzekerde zorg
Linaclotide kan onder strikte voorwaarden vergoed worden als geneesmiddel bij de behandeling van het prikkelbare darm syndroom met constipatie (PDS-C). Het gaat dan om het gebruik in een medisch-specialistische omgeving bij patiënten die aantoonbaar niet reageren op de standaardbehandeling, waarbij zowel leefstijladviezen als de gebruikelijke middelen (pijnstillers, laxeermiddelen) zijn ingezet en hebben gefaald. Dit concludeert Zorginstituut Nederland in een advies aan minister Schippers, op basis van de overwegingen van de Wetenschappelijke Adviesraad (WAR) en de visie van de relevante behandelaars.
Inzetbaarheid
Het Zorginstituut is niet overtuigd dat er genoeg bewijs is voor de werkzaamheid en het breed inzetbaar maken van linaclotide bij zowel de huisarts als de medisch-specialist. Het enige dat vaststaat, is dat het middel werkzamer is dan een placebo.
Niet in de huisartsenpraktijk
Het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) vindt het niet zinvol om linaclotide, bij de huidige stand van kennis van het product, in te zetten in de huisartsenpraktijk. Wel kan de huisarts overwegen om patiënten bij wie gedurende een jaar de gebruikelijke behandelingen niet aanslaan, door te sturen naar de maag-darm-leverarts voor een proefbehandeling.
Protocol medisch-specialisten
De Nederlandse Vereniging van Maag-Darm-Leverartsen (NVMDL) geeft aan dat de medisch-specialisten de behandeling zullen baseren op een segmentering van de patiëntenpopulatie en een speciaal hiervoor opgesteld protocol, dat binnen een jaar een plaats zal krijgen in de multidisciplinaire richtlijn prikkelbare darm syndroom. Ook zal de NVMDL in de tussentijd het indicatieprotocol op de website van de beroepsvereniging publiceren en de leden van de NVMDL over de toepassing en het gebruik informeren.
Kenmerken van het indicatieprotocol zijn dat de ernst van de klacht in een getal wordt uitgedrukt dat boven een bepaalde drempelwaarde moet uitstijgen. Een proefbehandeling moet uitwijzen dat het gebruik van linaclotide een positief effect heeft dat aan kwantificeerbare minimumeisen voldoet.
Zorginstituut evalueert werkwijze
De voorgenomen wijzigingen in de standaarden en richtlijnen zijn voor het Zorginstituut aanleiding om tot een positief advies te komen, met onder meer de volgende kanttekening: met een indicatieprotocol van de NVMDL en een (uiteindelijke) aanpassing van de richtlijnen van NVMDL en het NHG, kunnen behandelaars een deelpopulatie van patiënten afbakenen, waarbij linaclotide naar verwachting een meerwaarde heeft. Zo hebben deze patiënten een extra behandeloptie. Het belang van een goede implementatie van deze voorwaarden is daarbij wel essentieel. Daarom moet er na een jaar een evaluatie van de implementatie van deze werkwijze plaatsvinden.
Aantal patiënten en kosten
Het aantal patiënten dat jaarlijks in aanmerking komt voor vergoeding van linaclotide zal volgens de NVMDL variëren van 2.000 tot 5.000. Dat betekent jaarlijkse meerkosten ten laste van het farmaciebudget van ongeveer 0,7-1,7 miljoen euro.