Centrale rol huisartsen in GGZ
De GGZ moet nu en in de toekomst toegankelijk blijven voor mensen die onbetwist geestelijke gezondheidszorg nodig hebben. Huisartsen moeten een centrale rol spelen bij het behandelen van die psychische klachten. Zij kunnen patiënten zelf behandelen (ondersteund door de praktijkondersteuner-GGZ) of bij het vermoeden van een stoornis verwijzen naar de basis-GGZ of de gespecialiseerde GGZ. Dit staat in het Advies Geneeskundige GGZ (deel 2) dat het CVZ aan minister Schippers van VWS heeft aangeboden.
Uitkomsten consultatie
In januari en mei van dit jaar vroeg het CVZ in een ‘consultatieronde’ om reacties op de eerdere versies van het (concept-)rapport. De uitkomsten daarvan zijn in dit definitieve advies verwerkt.
Centrale rol huisarts
Het CVZ betoogt dat de behandeling van psychische klachten, zonder dat er sprake is van een psychische stoornis, niet onder de Geneeskundige GGZ valt. Een scherpe afgrenzing tussen psychische klachten en klachten waaraan psychische stoornissen ten grondslag liggen, is niet altijd mogelijk volgens het CVZ. Maar het onderscheid kan wel goed als leidraad dienen om de huisarts zijn centrale rol te laten vervullen.
Het behandelen van psychische klachten kan overigens wel vergoed worden binnen de huisartsenzorg. De preventieve (huisartsen-)zorg bij een hoog risico op een depressie, paniekstoornis of bij problematisch alcoholgebruik moeten volgens het advies vergoed blijven.
Ontwikkeling richtlijnen
Het CVZ adviseert minister Schippers om op korte termijn met de huisartsen in gesprek te gaan, zodat de huisartsen (samen met de partners in het Bestuurlijk Akkoord GGZ) hun intensievere rol in de GGZ ook daadwerkelijk vanaf 2014 gestalte kunnen geven.
Ook doet het CVZ een oproep aan zorgverleners in de GGZ om de ontwikkeling van (multidisciplinaire) richtlijnen voortvarend ter hand te nemen. De huidige richtlijnen en standaarden bieden vaak nog onvoldoende houvast, terwijl een essentiële randvoorwaarde voor gepast gebruik van zorg is dat professionals consensus bereiken over de vraag wat in de gehele keten passende zorg is.