Een rechtvaardiger regeling voor ziekenvervoer
Patiënten maken soms grote kosten voor het vervoer naar de instelling waar ze een behandeling krijgen. Dit mag hun behandeling niet belemmeren. Daarom worden de vervoerskosten in bepaalde gevallen vergoed. De minister heeft het Zorginstituut gevraagd om advies over een ‘rechtvaardiger’ regeling voor ziekenvervoer. Een regeling die niet alleen geldt voor enkele bepaalde doelgroepen maar zich meer richt op de noodzaak van vervoer. Een regeling die ook niet steeds aangepast en aangevuld hoeft te worden.
Hardheidsclausule wordt ‘regel’
Het Zorginstituut adviseert om voor elke verzekerde te berekenen of er aanspraak is op vergoeding van vervoer of reiskosten. Die aanspraak wordt bepaald door het aantal keer dat de patiënt voor behandeling moet reizen en de afstand tot de locatie voor behandeling. De regeling bevat een drempel. Alleen als de uitkomst van de formule boven deze drempel uitkomt, is er aanspraak op vergoeding. Daarmee is een 'hardheidsclausule' van toepassing op alle verzekerden die vervoer nodig hebben voor behandeling.
Huidige regeling
Volgens de huidige regeling krijgen alleen specifiek benoemde groepen patiënten vergoeding voor het vervoer naar hun behandeling. Personen die niet tot een van deze groepen behoren, komen alleen in aanmerking voor vergoeding van de reiskosten als ze voor hun behandeling voor langere tijd zijn aangewezen op vervoer. Zij doen daarvoor beroep op de zogenoemde hardheidsclausule.
Rechtvaardiger en bestendiger
De huidige regeling bevat een element van onrechtvaardigheid. Onderscheid tussen verschillende groepen verzekerden is niet altijd eenvoudig te rechtvaardigen. De huidige regeling vraagt daarnaast onderhoud. Er kunnen nieuwe groepen bij komen en er komen telkens ook nieuwe behandelingen binnen de basisverzekering.
Wat betekent dit voor patiënten?
Met de nieuwe voorgestelde regeling kunnen meer patiënten aanspraak maken op vervoer. Wel komt er een drempel voor vergoeding voor alle patiënten. Ook voor wie nu geen drempel geldt. Vervoer dat niet samenhangt met een langdurige behandeling, maar een optelsom vormt van incidentele zorg geeft geen aanspraak op vervoer.
Het Zorginstituut weet nog niet voor hoeveel patiënten dit gevolgen heeft. De gevolgen kunnen deels ondervangen worden. Het Zorginstituut suggereert hiertoe enkele mogelijke aanvullingen:
- Verlaag de drempel om voor vergoeding in aanmerking te komen.
- Neem de vergoeding van het vervoer naar een specifieke behandeling op in de regeling. Hierdoor zijn oncologiepatiënten en nierdialysepatiënten ook verzekerd van vervoer.
- Neem de groep patiënten met een visuele beperking en rolstoelafhankelijken expliciet toe. Hiermee is het incidentele vervoer van deze groepen van vergoeding verzekerd.
Het Zorginstituut laat in kaart brengen welk beslag dit advies legt op de kosten.