Als iemand met een Wlz-indicatie gedurende een dagdeel begeleiding of behandeling ontvangt, kan iemand ook een vergoeding krijgen voor het vervoer naar en van de locatie waar iemand deze zorg krijgt. Het gaat hier om een locatie die niet dezelfde is als iemands verblijfslocatie en voor zo ver het vervoer medisch noodzakelijk is.
Passend vervoer naar dagbesteding of dagbehandeling
Uitgangspunt is dat de zorgaanbieder van de dagbesteding of dagbehandeling verantwoordelijk is voor het bieden van passend vervoer naar en van de dichtstbijzijnde passende dagbesteding of dagbehandeling. Alleen bij begeleiding in groepsverband (hier: dagbesteding) of bij behandeling in groepsverband (hier: dagbehandeling) kan de aanspraak ook het vervoer omvatten.
Als iemand begeleiding nodig heeft bij vervoer, dan is deze begeleiding onderdeel van het vervoer.
Meer informatie over dagbesteding staat op de pagina 'Begeleiding (Wlz)'.
Wat passende dagbesteding is, staat beschreven in de 'Handreiking passende dagbesteding'.
Verschillende vormen van vervoer en verschillende locaties
Iemand heeft aanspraak op vervoer passend bij zijn mogelijkheden en beperkingen, als diegene hierop redelijkerwijs is aangewezen. Welke vorm van vervoer passend is, is afhankelijk van iemands situatie en afhankelijk van de locatie van de dagbesteding of dagbehandeling.
Vervoer naar dagbesteding of dagbehandeling op een andere locatie dan waar iemand (tijdelijk) woont, kan op het terrein van de Wlz-instelling zijn, daar vlakbij of verder weg. Als het mogelijk is om lopend naar de andere locatie te gaan, dan kan begeleiding nodig zijn. De begeleiding valt dan onder de aanspraak vervoer.
Passend vervoer kan ook openbaar vervoer of vervoer met een eigen vervoermiddel zijn.
Als iemand dagbesteding ontvangt in de vorm van een persoonsgebonden budget (pgb), dan is diegene zelf ervoor verantwoordelijk om afspraken te maken over het vervoer.
Vervoer naar dagbesteding en dagbehandeling vanuit verschillende adressen
Het komt voor dat een kind 2 woonadressen heeft, zoals bij co-ouderschap. Of dat iemand (tijdelijk) woont op een logeeropvang-adres. In dergelijke situaties is vervoer van en naar dat (tijdelijke) woonadres of logeeropvang-adres onderdeel van de aanspraak, mits sprake is van doelmatige zorg (artikel 3.2.1, eerste lid van de Wet langdurige zorg). Het zorgkantoor moet hierop toezien.
Vervoer vergoed via Zvw
Iemand heeft soms recht op (vergoeding van) vervoer vanuit de Zorgverzekeringswet. Meestal gaat het om vervoer naar een ziekenhuis voor medisch-specialistische zorg. De voorwaarden van uw zorgpolis zijn van toepassing. Kijk voor meer informatie op de pagina 'Vervoer (Zvw)'.
Als begeleiding nodig is, dan is de Wlz-instelling waar iemand woont hiervoor verantwoordelijk. De Wlz-instelling kan een mantelzorger vragen om diegene te begeleiden. Kijk voor meer informatie op de pagina ‘Begeleiding bij bezoek aan arts’.
Vervoer op grond van de Wmo
Wanneer iemand zich voor sociale contacten wil verplaatsen, maar niet zelfstandig gebruik kan maken van het openbaar vervoer, kan een beroep worden gedaan op de gemeente (Wmo) voor het sociaal vervoer.
Regelgeving
Vervoer voor behandeling of begeleiding in de Wlz staat beschreven in: